NJ 2013/437
Afgedwongen tongzoen geen verkrachting.
HR 12-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2653, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, N. Jörg
- Zaaknummer
11/05421
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
N. Keijzer
- LJN
BZ2653
- JCDI
JCDI:ADS127693:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ2653, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ2653, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2012
- Wetingang
Art. 242 Sr
Essentie
De HR komt terug op het ‘tongzoen-arrest’ (HR NJ 1998/781). Een afgedwongen tongzoen kan voortaan niet meer als ‘verkrachting’ in de zin van art. 242 Sr worden gekwalificeerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Leeuwarden, nevenzittingsplaats Arnhem, van 22 november 2011, nummer 24/002315-09, in de strafzaak tegen L.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
Het middel rechtvaardigt geen behandeling in cassatie. Het berust op een verkeerde lezing van de tot het bewijs gebezigde verklaring van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.