V-N 2019/21.7
Prejudiciële vragen over verlaagd btw-tarief voor lustopwekkende middelen
HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:643, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/01725
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS47734:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Omzetbelasting / Tarief
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:643, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:625, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2017
- Wetingang
art. 9 lid 2 Wet OB 1968; post 1 Tabel I letter A Wet OB 1968
Essentie
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over het begrip 'levensmiddelen voor menselijke consumptie'. Moet hieronder worden verstaan alle stoffen en producten, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om door de mens te worden geconsumeerd of waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij door de mens worden geconsumeerd?
Samenvatting
Mevrouw X exploiteert een seksshop, waarin onder meer sekslustopwekkende middelen zoals Libidoforte, Spanish fly en Rush herbal poppers worden verkocht. De inspecteur stelt dat ten onrechte het verlaagde 6%-tarief is toegepast bij de verkoop van deze middelen. Volgens Hof Den Haag zijn de voor oraal gebruik bestemde middelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.