RAV 2017/24
Onrechtmatige overheidsdaad. Mag de eiser die de Staat ten onrechte uit onrechtmatige daad aansprakelijk heeft gesteld wegens overschrijding van de redelijke termijn voor berechting, in de proceskosten worden veroordeeld?
HR 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2756
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/03708
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925676:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2756, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:940, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Overschrijding redelijke termijn. Proceskosten.
Mag de eiser die de Staat ten onrechte uit onrechtmatige daad aansprakelijk heeft gesteld wegens overschrijding van de redelijke termijn voor berechting, in de proceskosten worden veroordeeld?
Samenvatting
Het hier gepubliceerde arrest heeft betrekking op de vraag of in een afzonderlijke procedure de redelijke termijn voor berechting is overschreden. Op 23 december 2003 is die procedure door (één van de) eisers in cassatie ingeleid met een dagvaarding waarmee een derde, vergeefs, is gedagvaard tot betaling van huur en vergoeding van bepaalde kosten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.