Rb. Midden-Nederland, 15-01-2020, nr. NL19.9163
ECLI:NL:RBMNE:2020:163
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
15-01-2020
- Zaaknummer
NL19.9163
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2020:163, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 15‑01‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 15‑01‑2020
Inhoudsindicatie
Levering van etiketten voor digitalisering van museumcollectie. OD leverancier door niet voor het sluiten van de overeenkomst mee te delen dat de etiketten maar vijf jaar goed blijven plakken. Aansprakelijkheid van leverancier beperkt tot factuurbedrag.
Partij(en)
vonnis
_________________________________________________________________ _
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
zaaknummer: NL19.9163
Vonnis van 15 januari 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidPICTURAE B.V., gevestigd te Heerhugowaard, eiseres, hierna te noemen: Picturae, advocaat K. Walburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidAUTAJON LABELS NEDERLAND B.V., gevestigd te Utrecht, verweerster, hierna te noemen: Autajon, advocaat R.A.G. de Vaan te Leiden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de procesinleiding
- -
het verweerschrift
- -
het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 19 november 2019
- -
het bericht van 27 november 2019 van de advocaat van Autajon over de inhoud van het proces-verbaal
- -
het bericht van 29 november 2019 van de advocaat van Picturae over de inhoud van het proces-verbaal
- -
de reactie hierop van de advocaat van Autajon in zijn bericht van 3 december 2019.
1.2.
Op 28 november 2019 heeft de advocaat van Picturae verzocht een akte te mogen indienen over de algemene voorwaarden van Autajon. Autajon heeft daartegen bezwaar gemaakt. Hierna heeft de rechtbank het verzoek van Picturae afgewezen. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Waar gaat het over?
2.1.
Autajon heeft in totaal 1 miljoen etiketten, bedrukt met barcodes, aan Picturae geleverd. Picturae heeft die etiketten gebruikt bij de digitalisering van een collectie van een museum in de Verenigde Staten. Iets minder dan anderhalf jaar na de levering van de eerste 500.000 etiketten klaagde het museum erover dat etiketten loslieten. Om dit probleem op te lossen hebben het museum en Picturae samen besloten om over de van Autajon afkomstige etiketten grotere, doorzichtige stickers te plakken. In deze procedure vordert Picturae schadevergoeding voor deze hersteloperatie. Hieronder wordt eerst stilgestaan bij een aantal feiten en stellingen van partijen, en wordt een samenvatting gegeven van de vorderingen en de verweren. Daarna worden de vorderingen en verweren beoordeeld, voor zover dat nodig is.
2.2.
In 2015 heeft Picturae van het Natural Museum of National History in Washington D.C. (hierna: het museum) de opdracht gekregen om haar botanische collectie te digitaliseren (hierna ook te noemen: de botanische collectie). Die collectie bestaat uit gedroogde planten en bloemen, die zijn bevestigd op kartonnen bladen. Het digitaliseren daarvan houdt in dat met een snelheid van 400 opnames per dag de collectie wordt gefotografeerd en dat allerlei (wetenschappelijke) informatie over die planten en bloemen digitaal wordt opgeslagen. In totaal moeten ongeveer 4 miljoen opnames worden gemaakt en duurt de digitalisering volgens verwachting van Picturae zes jaar vanaf de start. Om een traceerbare link te hebben tussen de planten en bloemen uit de botanische collectie en de daarbij horende digitale informatie, maakt Picturae gebruik van etiketten waarop barcodes zijn gedrukt. Door middel van die barcodes wordt aan elk onderdeel van de botanische collectie een unieke numerieke code toegekend. Voor de digitalisering van de botanische collectie van het museum heeft Picturae in de zomer van 2015 aan Autajon gevraagd of zij 500.000 etiketten (met barcodes) kon leveren.
2.3.
In het verleden heeft het museum voor de digitalisering van andere collecties gebruik gemaakt van etiketten van [A (achternaam)] , een Amerikaanse leverancier. Bij een e-mail van 1 juli 2015 aan Picturae had het museum als bijlage gevoegd een offerte van [A (achternaam)] aan het museum, gedateerd 25 februari 2015, voor 60.000 etiketten. Op die offerte waren specificaties vermeld van de voor die etiketten te gebruiken lijm (‘Adhesive’), de tussenlaag (‘Facestock’) en de laminering (‘Lamination’). Deze specificaties worden hierna de [A (achternaam)-specificaties] genoemd. In een e-mail aan Picturae van 30 juni 2015 heeft het museum benadrukt dat het heel belangrijk is dat bij de digitalisering van de botanische collectie de [A (achternaam)-specificaties] worden gebruikt. Picturae heeft deze twee e-mails van het museum niet doorgestuurd naar Autajon.
2.4.
Volgens Picturae heeft zij met Autajon afgesproken dat de door Autajon aan Picturae te leveren etiketten zouden voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] . Autajon betwist dat. Volgens Autajon heeft zij pas op 18 augustus 2017 gehoord dat het museum die voorwaarde aan Picturae had gesteld (zie hierna).
2.5.
In augustus 2015 heeft Autajon een proefmonster, bestaande uit een aantal etiketten naar Picturae gestuurd. Picturae heeft dit proefmonster afgekeurd. Op 2 september 2015 heeft Autajon een tweede proefmonster naar Picturae gestuurd. Een paar dagen later heeft Picturae aan Autajon meegedeeld dat het proefmonster van 2 september 2015 was goedgekeurd. Op 18 september 2015 heeft Autajon een testrol naar Picturae gestuurd, bestaande uit een rol met etiketten die waren bedrukt met barcodes. Picturae heeft die testrol doorgestuurd naar het museum. In een e-mail van 28 september 2015 heeft de heer
[B] van Picturae (hierna: [B] ) aan de heer [C] van Autajon (hierna:
[C] ) meegedeeld dat het museum de testrol had goedgekeurd, en heeft hij namens Picturae 500.000 etiketten besteld. In een e-mail van 29 september 2015 heeft Autajon de order van 500.000 etiketten bevestigd. De prijs die Picturae voor die etiketten moest betalen was € 1.350 exclusief btw.
2.6.
Op 1 oktober 2015 heeft Autajon per e-mail een digitale drukproef aan Picturae gestuurd, zodat Picturae de lay-out van de etiketten kon controleren. Dezelfde dag heeft Picturae aan Autajon meegedeeld dat zij akkoord was met de proefdruk. Op 8 oktober 2015 heeft Autajon 500.000 bedrukte etiketten rechtstreeks naar het museum gestuurd. Op 19 oktober 2015 zijn medewerkers van Picturae in het museum begonnen met het plakken van de etiketten, afkomstig van Autajon.
2.7.
In mei 2016 heeft Picturae een tweede levering van 500.000, met barcodes bedrukte, etiketten bij Autajon besteld. Kort daarna heeft Autajon die etiketten rechtstreeks geleverd aan het museum. Ook voor deze 500.000 etiketten heeft Autajon € 1.350 exclusief btw aan Picturae in rekening gebracht.
2.8.
Op 31 maart 2017 heeft het museum per e-mail aan Picturae gemeld dat etiketten, die zijn gebruikt voor de digitalisering van haar botanische collectie, loslieten. In die e-mail heeft het museum gevraagd of de lijm op de etiketten wel permanente acryllijm was, zoals ook is vermeld op de [A (achternaam)-specificaties] . [B] (Picturae) heeft die e-mail die dag doorgestuurd naar [C] (Autajon). Nog dezelfde dag heeft [C] per e-mail meegedeeld dat de lijm op de etiketten permanente lijn was, op acrylbasis.
2.9.
Hierna hebben medewerkers van het museum de mogelijke oorzaak van het loslaten van de etiketten onderzocht door ze te vergelijken met de in het museum gebruikte etiketten van [A (achternaam)] , die voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] . De uitkomst van dit onderzoek was dat de door Autajon gebruikte lijm een dikte had van 0,75 mil, en dat de lijm op de [A (achternaam)-etiketten] 2 mil dik was. Ter verduidelijking: 1 mil = 0,001 inch = 0,0254 millimeter. Ook kwam uit dit onderzoek dat de tussenlaag en de laminering van de etiketten van Autajon gezamenlijk een dikte hebben van 2,25 mil, ten opzichte van 4 mil bij de etiketten van [A (achternaam)] .
2.10.
Picturae heeft deze onderzoeksresultaten (inclusief foto’s) op 18 augustus 2017 naar Autajon gestuurd en dezelfde ochtend hebben Picturae en Autajon daarover een bespreking gevoerd. [B] (Picturae) heeft toen gezegd dat dit probleem moest worden opgelost en dat Picturae dat met Autajon wilde doen, zonder daarbij iets van Autajon te eisen en zonder een termijn te noemen.
2.11.
Half 2017 heeft het museum tegen Picturae gezegd dat er in oktober 2017 een oplossing moest komen voor het probleem van de loslatende etiketten. Picturae heeft dat niet aan Autajon meegedeeld. In oktober 2017 hebben het museum en Picturae samen gekozen voor de oplossing met grotere, doorzichtige stickers van [A (achternaam)] , die over de etiketten van Autajon worden geplakt. Picturae ( [B] ) heeft dat pas aan Autajon meegedeeld in een e-mail van 12 januari 2018. In die e-mail is ook meegedeeld dat de hersteloperatie inmiddels volop in voorbereiding was. Ook had Picturae bij die e-mail een eerste berekening van de aan de hersteloperatie verbonden kosten gevoegd, met het voorstel om een bespreking te plannen voor een minnelijke regeling.
2.12.
Op deze e-mail van 12 januari 2018 heeft Autajon gereageerd in een brief van
10 februari 2018. Daarin heeft Autajon verwezen naar haar algemene voorwaarden en aansprakelijkheid van de hand gewezen. Namens Picturae heeft DAS Rechtsbijstand Autajon in een brief van 20 april 2018 meegedeeld dat de algemene voorwaarden van Autajon worden vernietigd omdat zij niet tijdig ter hand zijn gesteld. Daarnaast is Autajon in die brief gesommeerd om binnen 14 dagen nieuwe etiketten te leveren die wel voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] . Ook is in die brief meegedeeld dat Autajon de schade van Picturae moet voldoen, en dat die schade op dat moment werd geschat op $ 100.000. De brief is afgesloten met de mededeling dat zodra het exacte schadebedrag bekend is, DAS Rechtsbijstand bij Autajon terugkomt op deze kwestie.
2.13.
Autajon heeft afwijzend gereageerd op de brief van DAS Rechtsbijstand van
20 april 2018. In een brief van 18 juli 2018 heeft DAS Rechtsbijstand Autajon gesommeerd om uiterlijk op 23 juli 2018 $ 100.000 aan Picturae te betalen. Aan deze sommatie heeft Autajon niet voldaan.
2.14.
Ter vergoeding van haar materiële schade vordert Picturae veroordeling van Autajon tot betaling van $ 124.188, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 24 juli 2019, althans de dag van eerste aanschrijving. Picturae baseert deze vordering in de eerste plaats op productaansprakelijkheid (de artikelen 6:185 BW en verder) of ‘gewone’ onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). Ter onderbouwing van dit laatste stelt Picturae dat Autajon haar voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst onvoldoende heeft geadviseerd over de eigenschappen en risico’s van de etiketten. Als Autajon haar toen wel had gewaarschuwd voor de risico’s, zou zij de etiketten niet hebben gekocht. Picturae baseert haar vordering tot vergoeding van materiële schade in de tweede plaats op toerekenbare tekortkoming. Volgens Picturae heeft zij met Autajon afgesproken dat de door Autajon te leveren etiketten zouden voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] , en is Autajon die afspraak niet nagekomen. Daarnaast vordert Picturae $ 124.188 als vergoeding voor immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 8 december 2009 (opmerking rechtbank: dit moet een verschrijving zijn). Picturae heeft meer subsidiair veroordeling van Autajon gevorderd tot herstel of vervanging van de etiketten, op straffe van een dwangsom. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van Picturae echter het standpunt ingenomen dat herstel door Autajon niet meer mogelijk is en dat zij moet overgaan tot schadevergoeding. Hieruit leidt de rechtbank af dat de hiervoor genoemde, meer subsidiaire, vordering is ingetrokken. Picturae vordert ook veroordeling van Autajon tot betaling van € 1.925 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van eerste aanschrijving, althans vanaf de datum van de dagvaarding. Ook vordert Picturae vergoeding van haar proceskosten, nakosten daaronder begrepen, vermeerderd met wettelijke rente. Picturae heeft ook gevorderd dat alle veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
2.15.
Autajon betoogt dat zij niet aansprakelijk is. Zij voert de volgende verweren:
- a.
Verval van recht wegens schending van de klachtplicht die voortvloeit uit artikel 9.2 van de algemene voorwaarden van Autajon.
- b.
Verval van recht wegens schending van de klachtplicht van artikel 7:23 BW.
- c.
Autajon is hoe dan ook niet aansprakelijk voor enige schade van Picturae. Voor de grondslag toerekenbare tekortkoming geldt dat Autajon niet in verzuim is geraakt. Van productaansprakelijkheid is geen sprake, omdat de wettelijke bepalingen over productaansprakelijkheid niet van toepassing zijn. En voor de gewone onrechtmatige daad geldt dat de schade geheel voor rekening van Picturae moet blijven wegens eigen schuld. Die eigen schuld bestaat eruit dat Picturae Autajon geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om de gestelde gebreken te herstellen.
- d.
Geen causaal verband.
- e.
Geen toerekenbare tekortkoming.
- f.
Geen onrechtmatige daad.
- g.
De aansprakelijkheid van Autajon is op grond van haar algemene voorwaarden beperkt tot het door haar aan Picturae gefactureerde bedrag.
- h.
De materiële schade is veel lager dan € 124.188. Van immateriële schade is geen sprake.
- i.
Een eventuele schadevergoedingsverplichting van Autajon moet aanzienlijk worden gematigd wegens eigen schuld van Picturae. Die eigen schuld bestaat eruit dat Picturae in haar overeenkomst met het museum geen aansprakelijkheidsbeperking heeft opgenomen, en dat Picturae in de richting van het museum haar aansprakelijkheid en de omvang van de schade niet heeft betwist.
3. De beoordeling
3.1.
Kort samengevat is de rechtbank van oordeel dat Autajon een onrechtmatige daad heeft gepleegd ten opzichte van Picturae en dat zij daarom € 2.700 aan Picturae moet betalen. Dit wordt hierna toegelicht.
Geen verval van recht van Picturae
3.2.
Tussen Picturae en Autajon is niet in geschil dat de algemene voorwaarden van Autajon onderdeel uitmaken van de overeenkomsten die Picturae en Autajon hebben gesloten in 2015 en mei 2016. In artikel 9.2 van die algemene voorwaarden is bepaald dat een wederpartij zo spoedig mogelijk na de aflevering moet controleren of hetgeen door haar geleverd is, aan de overeenkomst beantwoordt en dat de wederpartij, indien zij meent dat dit niet het geval is, Autajon daarvan op straffe van verval van al haar rechten binnen 14 dagen na de aflevering schriftelijk op de hoogte moet stellen, onder opgave van het ordernummer. Autajon neemt het standpunt in dat hieruit voortvloeit dat Picturae binnen 14 dagen na het bekend worden van dat gebrek bij haar had moeten klagen, onder opgave van het ordernummer, op straffe van verval van recht. Dit verweer slaagt niet. In de eerste plaats niet, omdat dit niet in artikel 9.2 staat. En in de tweede plaats omdat Autajon niets heeft aangevoerd op grond waarvan Picturae er rekening mee heeft moeten houden dat Autajon artikel 9.2 zo ruim zou willen uitleggen. De uitleg van Autajon komt erop neer dat een wederpartij altijd binnen 14 dagen na ontdekking van een gebrek moet klagen, op straffe van verval van recht. Dat is onredelijk, mede gezien de eisen die de wettelijke klachtplicht stelt voordat het rechtsgevolg verval van recht kan worden ingeroepen. Verval van recht is een dermate verstrekkend, negatief gevolg voor een wederpartij, dat de partij die wil dat dit rechtsgevolg onder voorwaarden onderdeel wordt van de overeenkomst, die voorwaarden duidelijk aan haar wederpartij moet presenteren. Dat heeft Autajon niet gedaan.
3.3.
Picturae heeft ook geen wettelijke klachtplicht geschonden. Nadat het museum op 31 maart 2017 aan Picturae bekend had gemaakt dat etiketten loslieten en Autajon in verband daarmee aan Picturae had meegedeeld dat permanente acryllijm was gebruikt, heeft het museum onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaken van het loslaten van de etiketten. Daaruit kwam als mogelijke oorzaak dat de lijmlaag op de etiketten van Autajon veel dunner was dan de lijmlaag op andere etiketten die ook door het museum waren gebruikt bij het digitaliseren van haar collecties (namelijk etiketten van [A (achternaam)] ). Het museum heeft haar onderzoeksresultaten op 24 juli 2017 naar Picturae gemaild en Picturae heeft die onderzoeksresultaten op 18 augustus 2017 naar Autajon doorgestuurd. Diezelfde dag heeft Picturae tijdens een bespreking aan Autajon duidelijk gemaakt dat de loslatende etiketten een probleem waren, dat moest worden opgelost. Hierdoor is het die dag voor Autajon duidelijk geworden dat Picturae niet tevreden was over de etiketten van Autajon. Onder deze omstandigheden heeft Picturae tijdig bij Autajon geklaagd.
3.4.
De conclusie van het voorgaande is dat het recht van Picturae om Autajon aan te spreken op vergoeding van haar schade, niet is vervallen.
Autajon is niet aansprakelijk op grond van productaansprakelijkheid
3.5.
Het beroep van Picturae op de wettelijke regeling voor productaansprakelijkheid faalt. De etiketten zijn geen onveilig product in de zin van die regeling en er is geen sprake van schade door dood of lichamelijk letsel, of schade die is toegebracht aan een andere zaak die gewoonlijk voor gebruik of verbruik in de privésfeer is bestemd (zie artikel 6:190 BW).
Aansprakelijkheid van Autajon op grond van wanprestatie?
3.6.
Volgens Picturae is Autajon tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting om etiketten te leveren die voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] . Volgens Autajon is van zo’n verplichting geen sprake, en is zij hoe dan ook niet in verzuim geraakt. Het antwoord op de vraag of partijen met elkaar hebben afgesproken dat de door Autajon te leveren etiketten moesten voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] , en of Autajon daardoor aansprakelijk is wegens wanprestatie, kan echter in het midden blijven. Autajon is namelijk aansprakelijk voor de schade van Picturae op grond van onrechtmatige daad (zie hieronder).
Autajon is aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad
3.7.
De algemene regeling omtrent wanprestatie staat niet in de weg aan een vordering uit onrechtmatige daad wanneer er onafhankelijk van de schending van contractuele verplichtingen onrechtmatig is gehandeld (zie bijvoorbeeld Hoge Raad 19 februari 1993,
NJ 1994, 290). Die situatie doet zich hier voor. Waarom dat zo is, wordt hieronder uitgelegd.
3.8.
Picturae heeft eerder een collectie van een Nederlands museum gedigitaliseerd, waarbij door dat museum gebruik was gemaakt van etiketten van Autajon. In de zomer van 2015 heeft Picturae Autajon benaderd en meegedeeld dat zij mogelijk 500.000 etiketten bij Autajon ging bestellen. Ook heeft Picturae toen verteld dat zij die etiketten wilde gebruiken om met behulp daarvan een collectie van een klant van Picturae in de Verenigde Staten te digitaliseren. In het proces-verbaal van de mondelinge behandeling staat als verklaring van [B] (Picturae) dat hij [C] heeft geïnformeerd over het materiaal waarop de etiketten zouden worden geplakt (karton). In het bericht van de advocaat van Autajon van 27 november 2019, naar aanleiding van de inhoud van het proces-verbaal, staat dat dit te stellig is. Volgens de advocaat van Autajon heeft [B] verklaard dat hij niet zeker wist of hij tegen [C] had gezegd dat de etiketten op karton zouden worden geplakt, maar dat het wel logisch was. De rechtbank merkt hierover het volgende op. Als [B] niet tegen [C] heeft gezegd dat etiketten op karton zouden worden geplakt, dan heeft Autajon, gelet op het beoogde doel van de etiketten en het grote aantal ervan, onzorgvuldig ten opzichte van Picturae gehandeld door niet te vragen waarop de etiketten zouden worden geplakt. Omdat het voor de uiteindelijke beoordeling echter niet uitmaakt, gaat de rechtbank er hierna vanuit dat [B] tegen [C] heeft gezegd dat de etiketten op karton zouden worden geplakt.
3.9.
Tussen het eerste contact (zomer van 2015) en de eerste bestelling (28 september 2019) hebben Picturae en Autajon diverse keren contact met elkaar gehad (telefonisch en per e-mail). In die periode heeft Autajon zich gerealiseerd dat de kwaliteit van de etiketten voor Picturae en het museum belangrijk was. Dat blijkt uit het toesturen van proefmonsters en de testrol. Op grond van de mededeling van Picturae, dat de etiketten zouden worden gebruikt bij de digitalisering van een collectie van een klant, heeft Autajon ook kunnen en moeten begrijpen dat die etiketten gedurende vele jaren een belangrijke functie zouden hebben voor de klant van Picturae. Met andere woorden, Autajon wist of moest begrijpen dat de etiketten jarenlang - in ieder geval langer dan vijf jaar (zie hierna) - goed zouden moeten blijven plakken. Tijdens de mondelinge behandeling is namens Autajon verklaard dat de door haar geleverde etiketten onder normale omstandigheden, dat wil zeggen als zij zouden worden geplakt op karton dat vervolgens wordt opgeslagen in een ruimte die niet extreem koud, extreem warm of extreem vochtig is, vijf jaar goed zouden blijven plakken. Omdat Autajon wist of had moeten begrijpen dat vijf jaar voor Picturae en het museum een (veel) te korte termijn was, had Autajon die termijn van vijf jaar aan Picturae moeten meedelen. Dat heeft Autajon nagelaten en dat is onzorgvuldig. Aannemelijk is dat Picturae, als haar dit wel was meegedeeld, geen etiketten bij Autajon zou hebben besteld.
3.10.
De omstandigheden dat Autajon voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst Picturae de gelegenheid heeft gegeven om de te leveren etiketten te controleren en te testen (met twee proefdrukken en een testrol), en dat de etiketten van Autajon goedkoper zijn dan die van [A (achternaam)] , wegen niet op tegen de hiervoor beschreven nalatigheid. Daarvoor zijn twee redenen. In de eerste plaats is het voor een potentiële klant onmogelijk om van etiketten die zij gedurende enkele dagen of hooguit een paar weken kan testen, vast te stellen dat zij jarenlang goed zullen blijven plakken, of dat de kans daarop heel groot is. En in de tweede plaats zou het voor Autajon maar een kleine moeite zijn geweest om mee te delen dat de etiketten normaal gesproken vijf jaar goed blijven plakken.
3.11.
Doordat Autajon voor het sluiten van de overeenkomst niet aan Picturae heeft meegedeeld dat de etiketten normaal gesproken vijf jaar goed blijven plakken, heeft Autajon onrechtmatig gehandeld. De schade van Picturae, die daarvan het gevolg is, bestaat uit de kosten van de hersteloperatie, voor zover die voor rekening van Picturae komen. Een belangrijk onderdeel daarvan is het plakken van grotere, doorzichtige stickers over de etiketten heen. Voor die doorzichtige stickers heeft Picturae ruim $ 40.000 aan [A (achternaam)] betaald. Daarnaast bestaat de schade van Picturae voor een groot deel uit arbeidskosten.
3.12.
Picturae neemt het standpunt in dat zij ook immateriële schade heeft geleden doordat zij ‘heeft moeten leven’ met een etiket dat gebrekkig is en zij daardoor veel heeft moeten corresponderen met een van de grootste klanten (het museum), om deze niet kwijt te raken. Dat zijn echter geen omstandigheden die voor een rechtspersoon, zoals Picturae, immateriële schade kunnen opleveren.
3.13.
Volgens Autajon ontbreekt het causaal verband tussen haar onrechtmatige daad en de schade. Zij betoogt het volgende. De hiervoor beschreven schade zou ook zijn ingetreden als Picturae geen etiketten van Autajon had gebruikt. Picturae heeft namelijk ‘kennelijk’ het museum beloofd dat de etiketten 30 jaar lang zouden blijven plakken, terwijl ook etiketten met een lijmdikte van 2 mil hoogstwaarschijnlijk niet 30 jaar lang zouden zijn blijven plakken.
3.14.
Dit verweer slaagt niet. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [B] (Picturae) verklaard dat hij in 2017 tegen Autajon heeft gezegd dat het museum etiketten wilde die 30 jaar moesten blijven zitten. Maar nergens blijkt uit dat het museum dat al in 2015, voordat de eerste overeenkomst tussen Picturae en Autajon werd gesloten, tegen Picturae heeft gezegd, laat staan dat Picturae dat toen aan het museum heeft beloofd. Het is ook niet aannemelijk. In de door Picturae overgelegde e-mails van het museum van 30 juni 2015 en in juli 2015, waarin het belang is benadrukt van de [A (achternaam)-specificaties] , is geen enkele minimale plakduur genoemd. Ook is niet gesteld of gebleken dat het museum in 2015 al slechte ervaringen had met etiketten die vroegtijdig hadden losgelaten.
3.15.
Het is echter wel aannemelijk dat als Autajon tegen Picturae had gezegd dat haar etiketten normaal gesproken vijf jaar goed zouden blijven plakken, Picturae geen etiketten bij Autajon had besteld, maar had gekozen voor etiketten van [A (achternaam)] , en dat de kosten daarvan voor rekening van het museum zouden zijn gekomen. De etiketten van [A (achternaam)] zijn weliswaar duurder (60.000 etiketten die voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] kosten $ 2.334,60), maar het museum had goede ervaringen met die etiketten, en zij eiste van Picturae dat de door haar te gebruiken etiketten zouden voldoen aan de [A (achternaam)-specificaties] . Daarnaast zou de hogere prijs voor die etiketten van zeer geringe invloed zijn geweest op het totaal van de kosten die het museum maakt in het kader van deze digitaliseringsoperatie. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Picturae namelijk onweersproken gesteld dat zij in de afgelopen vier jaar in het kader van de digitalisering van de botanische collectie van het museum ongeveer € 2,5 miljoen aan het museum in rekening heeft gebracht, en dat zij nog ongeveer twee jaar nodig heeft voordat die digitalisering zal zijn afgerond. Voor haar werkzaamheden in die twee jaar verwacht Picturae in totaal nog ongeveer € 1,2 miljoen aan het museum in rekening te kunnen brengen.
De aansprakelijkheid van Autajon is beperkt tot € 2.700
3.16.
Artikel 16.3 van de algemene voorwaarden van Autajon luidt als volgt:
‘Indien wij aansprakelijk zijn, blijft onze aansprakelijkheid te alle tijden beperkt tot maximaal het bedrag gelijk aan de factuurwaarde, exclusief btw, van de factuur die betrekking heeft op de leverantie waarin wij tekort zijn geschoten.’
3.17.
Tussen Picturae en Autajon is niet in geschil dat deze aansprakelijkheidsbeperking onderdeel uitmaakt van de overeenkomsten op grond waarvan Autajon in totaal 1 miljoen etiketten aan Picturae heeft geleverd. Vast staat dat Autajon hiervoor in totaal € 2.700 exclusief BTW aan Picturae in rekening heeft gebracht. Tussen partijen is ook niet in geschil dat deze aansprakelijkheidsbeperking ook ziet op aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad. Volgens Picturae zijn de algemene voorwaarden van Autajon vernietigbaar omdat zij niet op tijd aan haar ter hand zijn gesteld. En omdat Picturae deze algemene voorwaarden al buitengerechtelijk heeft vernietigd, is de hiervoor genoemde aansprakelijkheidsbeperking niet van toepassing, aldus Picturae. Dit standpunt slaagt niet omdat Picturae geen beroep kan doen op de vernietigingsgronden in de artikelen 6:233 en 234 BW. Picturae is namelijk een grote onderneming in de zin van artikel 6:235 BW. Maar ook als Picturae wel een beroep had kunnen doen op de artikelen 6:233 en 234 BW, zou dat beroep niet slagen. De rechtbank licht dit hieronder toe. Aangezien voor de beoordeling of is voldaan aan de zojuist genoemde artikelen, het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst van belang is, zal de rechtbank eerst dat tijdstip beoordelen.
3.18.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 lid 1 BW). Aanvaarding kan op allerlei manieren, ook stilzwijgend. Wijkt een tot aanvaarding strekkend antwoord op een aanbod daarvan slechts op ondergeschikte punten af, dan geldt dit antwoord als aanvaarding en komt de overeenkomst overeenkomstig deze aanvaarding tot stand, tenzij de aanbieder onverwijld bezwaar maakt tegen de verschillen (artikel 6:225 lid 2 BW).
3.19.
Picturae heeft de eerste 500.000 etiketten bij Autajon besteld op 28 september 2015. Die bestelling is door Autajon bevestigd in een orderbevestiging, die op 29 september 2015 per e-mail naar Picturae is gestuurd. Op die orderbevestiging staat, duidelijk leesbaar op de eerste van twee bladzijden:
‘Deze bevestiging is geldig onder voorwaarde van aanvaarding van onze algemene verkoopvoorwaarden (deze zijn beschikbaar op eenvoudige aanvraag of rechtstreeks door te klikken op de hyperlink onderaan de pagina *).’
3.20.
Door deze mededeling in de orderbevestiging is geen sprake van een antwoord van Autajon dat slechts op ondergeschikte punten afwijkt van het aanbod (de order) van Picturae. Maar doordat Picturae vervolgens geen bezwaar heeft gemaakt tegen de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Autajon en zij op 1 oktober 2015 aan Autajon heeft meegedeeld dat zij akkoord was met de proefdruk, is de eerste overeenkomst op of omstreeks die datum tot stand gekomen.
3.21.
Op grond van artikel 6:235 lid 1 onder a BW kan een rechtspersoon, bedoeld in artikel 2:360 BW, ten aanzien waarvan op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst ‘laatstelijk’ artikel 2:403 lid 1 BW is toegepast, geen beroep doen op de vernietigingsgronden van de artikelen 6:233 en 234 BW. Die situatie doet zich hier voor. Uit door Autajon overgelegde stukken blijkt dat [bedrijfsnaam] B.V. de moedermaatschappij is van Picturae, dat sprake is van een geconsolideerde jaarrekening, en dat [bedrijfsnaam] B.V. op 14 september 2015 een aansprakelijkheidsverklaring heeft gedeponeerd die met terugwerkende kracht gold met ingang van 1 januari 2014.
3.22.
Als Picturae wel een beroep had kunnen doen op de artikelen 6:233 en 234 BW, zou dat beroep niet slagen, omdat is voldaan aan het eerste lid van artikel 6:234 BW, in combinatie met artikel 6:230c onder 3 BW. Laatstgenoemde bepaling is van toepassing op dienstverrichters in de zin van de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2000 6/123/EG, Pb EU L 376). Autajon is een dienstverrichter in de zin van die richtlijn. Dat volgt uit het arrest van het HvJ EU van 30 januari 2018, ECLI:EU:C:2018:44, randnummers 84 en verder. De productie en levering van de etiketten door Autajon aan Picturae vormt een economische activiteit anders dan in loondienst tegen vergoeding, en die activiteit valt ook niet onder de uitsluitingen die zijn genoemd in de lijst van uitgezonderde diensten van artikel 2 lid 2 van de Dienstenrichtlijn. Autajon heeft haar algemene voorwaarden op 29 september 2015 aan Picturae verstrekt door in haar e-mail van die dag te verwijzen naar haar algemene voorwaarden en naar de hyperlink, waarmee die algemene voorwaarden voor Picturae gemakkelijk elektronisch toegankelijk zijn gemaakt. Autajon heeft haar algemene voorwaarden dus kort voor het sluiten van de overeenkomst overeenkomstig een in artikel 6:230c BW voorziene wijze verstrekt.
3.23.
De conclusie van het voorgaande is dat de aansprakelijkheid van Autajon ten opzichte van Picturae beperkt is tot € 2.700.
Geen eigen schuld op grond waarvan de schade volledig, of in ieder geval tot € 2.700 voor rekening van Picturae moet blijven
3.24.
Picturae heeft Autajon geen redelijke mogelijkheid geboden om het probleem van de loslatende etiketten op te lossen. Die omstandigheid heeft echter veel minder tot de schade bijgedragen dan de onrechtmatige gedraging van Autajon. In de situatie zonder onrechtmatige daad van Autajon is het namelijk aannemelijk dat Picturae etiketten had gekocht bij [A (achternaam)] . In dat geval had Picturae de kostprijs daarvan doorberekend aan, en vergoed gekregen van, het museum. Van een hersteloperatie, en alle daaraan verbonden kosten, zou dan geen sprake zijn geweest. Aannemelijk is namelijk dat die etiketten dan zouden hebben voldaan aan de [A (achternaam)-specificaties] , en dat is wat het museum wilde.
3.25.
Daarnaast heeft Autajon niets aangevoerd op grond waarvan moet worden aangenomen dat zij, als zij wel in de gelegenheid was gesteld tot herstel, alle kosten daarvan voor haar rekening zou hebben genomen. Elke mogelijke oplossing die voor het museum aanvaardbaar zou zijn geweest, zou veel duurder zijn geweest dan € 2.700. Volgens Autajon is er in Europa namelijk geen leverancier te vinden van etikettenpapier dat voldoet aan de [A (achternaam)-specificaties] . Als was gekozen voor een oplossing bestaande uit vervanging van de etiketten van Autajon door etiketten van [A (achternaam)] , zou dat veel geld hebben gekost. Niet alleen vanwege de hogere aanschafprijs van de [A (achternaam)-etiketten] , maar ook vanwege de vele arbeidsuren die nodig zouden zijn geweest om de etiketten te vervangen. Als was gekozen voor een oplossing bestaande uit grotere, doorzichtige stickers, zou dat (net als nu het geval is) ook veel meer hebben gekost dan € 2.700. En aangezien Autajon haar aansprakelijkheid ten opzichte van Picturae heeft beperkt tot dat bedrag, ligt het erg voor de hand dat Autajon daarop ook een beroep zou hebben gedaan als zij wel in de gelegenheid was gesteld tot herstel.
3.26.
De argumenten van Autajon, dat de schade mede een gevolg is van de omstandigheden dat Picturae in haar overeenkomst geen aansprakelijkheidsbeperking heeft opgenomen, en dat zij haar aansprakelijkheid en de omvang van de schade niet heeft betwist ten opzichte van het museum, leiden niet tot een ander oordeel. Juist ook voor dat soort situaties heeft Autajon namelijk zelf haar aansprakelijkheid ten opzichte van Picturae beperkt. Bovendien had Autajon aan het sluiten van een overeenkomst met Picturae ook de voorwaarde kunnen stellen dat Picturae haar aansprakelijkheid ten opzichte van het museum zou beperken, en dat heeft Autajon niet gedaan.
Conclusie
3.27.
Autajon zal worden veroordeeld tot betaling van € 2.700 aan Picturae. Autajon heeft gevorderd om Autajon ook te veroordelen tot vergoeding van wettelijke rente vanaf 24 juli 2019, althans de dag van eerste aanschrijving. De rechtbank gaat ervan uit dat sprake is van een verschrijving, en dat bedoeld is 24 juli 2018. In de brief van 18 juli 2018 (zie 2.13) is Autajon namelijk gesommeerd tot betaling, uiterlijk op 23 juli 2018. Daarom zal wettelijke rente worden toegewezen vanaf 24 juli 2018.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.28.
Picturae heeft recht op een vergoeding van € 395 voor buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente (artikel 6:119 BW) over dit bedrag vanaf 24 juli 2018. Zij heeft zich immers ingespannen om voorafgaand aan deze procedure een schadevergoeding bij Autajon te incasseren. De hoogte van deze vergoeding is gelijk aan het tarief dat geldt voor het toegewezen bedrag van € 2.700.
Proceskosten
3.29.
Aangezien de vorderingen van Picturae voor een groot deel worden afgewezen, maar Autajon wel wordt veroordeeld tot betaling van een relatief klein bedrag aan Picturae, zullen de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten, worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij haar eigen proceskosten draagt.
4. De beslissing
De rechtbank
4.1.
veroordeelt Autajon om aan Picturae te betalen een bedrag van € 2.700 (tweeduizendzevenhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) over dit bedrag met ingang van 24 juli 2018 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt Autajon om aan Picturae te betalen een bedrag van € 395 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) over dit bedrag met ingang van 24 juli 2018 tot de dag van volledige betaling
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.K.J. van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2020. Het is digitaal ondertekend op het voorblad.
Coll: RS/4234