JWB 2005/269
Ontvankelijkheid; gronden van cassatie; aanvulling
HR 08-07-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT4077
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2005
- Zaaknummer
R04/126HR
- LJN
AT4077
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT4077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT4077, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2005
- Wetingang
Art. 292 lid 4 Fw; art. 426a lid 2 Rv
Essentie
Ontvankelijkheid; gronden van cassatie; aanvulling
Samenvatting
Casus
Verzoekers tot cassatie hebben op 3 februari 2004 bij de Rechtbank 's-Gravenhage een verzoekschrift ingediend, strekkende tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De Rechtbank heeft bij vonnis van 26 mei 2004 het verzoek afgewezen op de in art. 288 lid 2, aanhef en onder b, Fw bedoelde grond (aannemelijk is dat de schuldenaar ten aanzien van het ontstaan of het onbetaald laten van schulden niet te goeder trouw is geweest). Bij arrest van 23 november 2004 heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd. Bij een op 26 november 2004 ter griffie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.