NJB 2018/2018:A1-verklaring. Redelijke termijn. Overeenkomstige toepassing herzieningsregeling. Beantwoording door de Hoge Raad van door Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch voorgelegde prejudiciële vragen. Belastingrechter moet uitgaan van verbindendheid van A1-verklaring, ongeacht of die onherroepelijk vaststaat. Belastingrechter kan wel de zaak aanhouden in afwachting van de afloop van een procedure over A1-verklaring. De tijd die hiermee is gemoeid blijft buiten beschouwing bij de beoordeling of sprake is van overschrijding van de redelijke termijn. Artikel 47 van het Handvest brengt niet mee dat de periode van aanhouding aan een maximum is gebonden. Indien niet wordt aangehouden en nadien zou komen vast te staan dat de A1-verklaring onjuist was, kan de belastingrechter zijn uitspraak op verzoek van een partij met overeenkomstige toepassing van artikel 8:119 Awb herzien