Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag)
Artikel 40 Hoogte van de taksen en betalingen — Bijzondere financiële bijdragen
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2007
- Bronpublicatie:
28-06-2001, Trb. 2013, 127 (uitgifte: 06-08-2013, regelingnummer: CA/D18/01)
- Inwerkingtreding
13-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2007, Trb. 2007, 233 (uitgifte: 21-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De hoogte van de taksen, bedoeld in artikel 38, en het percentage bedoeld in artikel 39, dient zodanig te worden vastgesteld dat de daaruit voortvloeiende inkomsten volstaan voor een sluitende begroting van de Organisatie.
2.
Indien de Organisatie echter niet in staat is de begroting sluitend te maken op de wijze als bedoeld in het eerste lid, betalen de Verdragsluitende Staten aan de Organisatie bijzondere financiële bijdragen waarvan de hoogte door de Raad van Bestuur wordt vastgesteld voor het desbetreffende begrotingsjaar.
3.
De bijzondere financiële bijdragen worden voor elke Verdragsluitende Staat vastgesteld op grond van het aantal octrooiaanvragen ingediend in het voorlaatste jaar vóór de inwerkingtreding van dit Verdrag, en met behulp van de volgende verdeelsleutel:
- a.
voor de helft in verhouding tot het aantal in de betrokken Verdragsluitende Staat ingediende octrooiaanvragen;
- b.
voor de helft in verhouding tot het op één na hoogste aantal octrooiaanvragen die door natuurlijke personen of rechtspersonen die hun woonplaats of zetel in de betrokken Verdragsluitende Staat hebben, in de andere Verdragsluitende Staten zijn ingediend.
De bedragen die dienen te worden betaald door de Staten waarin meer dan 25.000 octrooiaanvragen zijn ingediend, worden echter samen genomen en opnieuw verdeeld in verhouding tot het totale aantal in die Staten ingediende octrooiaanvragen.
4.
stelt de Raad van Bestuur met instemming van de betrokken Staat de bijdrage vast.
5.
Artikel 39, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de bijzondere financiële bijdragen.
6.
De bijzondere financiële bijdragen worden terugbetaald met een rentepercentage dat voor alle Verdragsluitende Staten gelijk is. De terugbetalingen geschieden voor zover op de begroting daartoe middelen kunnen worden vrijgemaakt; het aldus beschikbare bedrag wordt onder de Verdragsluitende Staten verdeeld met behulp van de in het derde en vierde lid van dit artikel bedoelde verdeelsleutel.
7.
De bijzondere financiële bijdragen die zijn betaald in de loop van een bepaald begrotingsjaar dienen geheel te zijn terugbetaald voordat een in een later begrotingsjaar betaalde bijzondere bijdrage geheel of gedeeltelijk wordt terugbetaald.