Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 10 Uitzonderingen op het recht om te worden gehoord
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2024
- Bronpublicatie:
25-01-2024, PbEU L 2024, 2024/1072 (uitgifte: 15-04-2024, regelingnummer: 2024/1072)
- Inwerkingtreding
05-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2024, PbEU L 2024, 2024/1072 (uitgifte: 15-04-2024, regelingnummer: 2024/1072)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 22, lid 6, tweede alinea, van het wetboek)
De specifieke gevallen waarin de aanvrager niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn standpunt kenbaar te maken, zijn de volgende:
- a)
wanneer de aanvraag voor een beschikking niet wordt aanvaard in overeenstemming met artikel 11 van deze verordening of met artikel 12, lid 2, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie(1);
- b)
wanneer de douaneautoriteiten de persoon die de summiere aangifte bij binnenbrengen heeft ingediend, meedelen dat de goederen niet mogen worden geladen in het geval van containervervoer over zee en van luchtverkeer;
- c)
wanneer de beschikking betrekking heeft op een mededeling van een besluit van de Commissie aan de aanvrager zoals bedoeld in artikel 116, lid 3, van het wetboek;
- d)
wanneer een EORI-nummer ongeldig moet worden verklaard.
- e)
wanneer het een beschikking betreft als bedoeld in artikel 18 bis, lid 1.
Voetnoten
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).