NJB 2015/1332:Elektriciteitswet 1998. Een windmolenparkexploitant verzoekt om aansluiting van haar installatie op het elektriciteitsnet. De netbeheerder offreert een bedrag van € 3,2 miljoen. Nadat partijen een op de Elektriciteitswet 1998 gebaseerde geschilprocedure hebben doorlopen, offreert de netbeheerder alsnog een bedrag van € 220.000, maar de windmolenparkexploitant heeft dan al een aansluiting gerealiseerd waarvoor zij volgens haar stellingen ruim € 3 miljoen heeft betaald. In dit geding vordert zij schadevergoeding. HR: 1. Bindende geschilbeslechting. Uit de onherroepelijk geworden beslissing van de toezichthouder volgt onmiskenbaar dat de netbeheerder bij het uitbrengen van de eerste offerte onrechtmatig heeft gehandeld. Dat moet ook in dit geding uitgangspunt zijn. Een andere opvatting zou afbreuk doen aan het stelsel van bindende geschilbeslechting dat op grond van de Elektriciteitswet 1998 geldt. 2. Toerekenbaarheid. a. Bestuursbesluit. De regel dat in geval van vernietiging door de bestuursrechter van een besluit van een bestuursorgaan wegens strijd met de wet, de civielrechtelijke onrechtmatigheid van dat besluit en de toerekenbaarheid daarvan aan het bestuursorgaan gegeven is, is niet van toepassing. b. Verkeersopvattingen. De onrechtmatige daad van de netbeheerder moet naar verkeersopvattingen voor zijn rekening komen