Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 13.2a Aanspraak op extra reisvoorziening
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2023
- Bronpublicatie:
30-11-2022, Stb. 2023, 4 (uitgifte: 10-01-2023, kamerstukken: 36126)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2023, Stb. 2023, 92 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een student kan in verband met de uitbraak van COVID-19 in aanmerking komen voor een extra reisvoorziening.
2.
Bij ministeriële regeling wordt in ieder geval vastgesteld:
- a.
onder welke voorwaarden en in welke gevallen een student voor de extra reisvoorziening in aanmerking komt;
- b.
wat de omvang van de extra reisvoorziening is;
- c.
in welke gevallen de extra reisvoorziening op aanvraag dan wel ambtshalve wordt toegekend.
3.
In afwijking van artikel 3.21 kan de extra reisvoorziening met terugwerkende kracht en voor een periode in een eerder studiejaar worden toegekend, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen het reisrecht en de vergoeding als bedoeld in artikel 3.24, tweede of vierde lid.
4.
Artikel 3.29 is niet van toepassing op de extra reisvoorziening, bedoeld in het eerste lid.