RvdW 2020/817
Vervolging ter zake overtreden gebiedsverbod na beslissing R-C over vervangende hechtenis vrijheidsbeperkende maatregel tzv zelfde overtreding.
HR 23-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1104
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/04530
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS224745:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1104, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:447, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2019
- Wetingang
Art. 38v, 38w, 38x (oud) Sr; art. 68, 184 Sr; art. 6:6:20, 6:6:22 Sv
Essentie
Vervolging ter zake overtreden gebiedsverbod (art. 184 Sr) na onherroepelijke beslissing op vordering tenuitvoerlegging vervangende hechtenis bij vrijheidsbeperkende maatregel ter zake diezelfde overtreding gebiedsverbod.
Samenvatting
De beslissing van de rechter-commissaris op de vordering van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis vanwege het niet naleven of niet hebben nageleefd van een vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v lid 2 (oud) Sr, thans art. 6:6:20 lid 2 Sv), is niet een materiële einduitspraak in de zin van de artt. 350-352 Sv en betreft niet een onherroepelijke beslissing van de strafrechter als bedoeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.