Einde inhoudsopgave
Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021
Artikel 2.13 De dagbepaling van de zitting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
1.
De griffier kan partijen bij wijze van aankondiging mededelen wanneer de zitting plaatsvindt. Een verzoek om een andere datum kan uitsluitend worden ingewilligd indien:
- –
dit verzoek is gemotiveerd;
- –
verhinderdata binnen een periode van twee weken voor tot zes weken na de geagendeerde zittingsdatum worden vermeld; en
- –
het verzoek binnen een week na verzending van de aankondiging is ingediend.
2.
Na een uitnodiging voor de zitting wordt een verzoek om uitstel van de behandeling ter zitting zo mogelijk schriftelijk, onder aanvoering van gewichtige redenen en tijdig, ingediend. Onder tijdig wordt verstaan: zo spoedig mogelijk na ontvangst van de uitnodiging of zo spoedig mogelijk nadat van de tot uitstel vragende omstandigheid is gebleken. De partij dient in zijn verzoek om uitstel zo mogelijk zijn verhinderdata op te nemen.
3.
De bestuursrechter beslist binnen een week na ontvangst van dit verzoek.
4.
Een verzoek dat voldoet aan de in het tweede lid omschreven voorwaarden wordt ingewilligd, tenzij de bestuursrechter oordeelt dat zwaarder wegende bij de behandeling van de zaak betrokken belangen hieraan in de weg staan. Als zwaarder wegende belangen kunnen mede worden aangemerkt een voor de bestuursrechter geldende beslistermijn en het belang van andere bij de behandeling van de zaak betrokken belanghebbenden.
5.
De griffier deelt een afwijzing van het verzoek mee aan de verzoekende partij binnen een week na ontvangst van dit verzoek.
6.
De griffier stelt partijen en eventuele andere betrokkenen binnen een week na ontvangst van het verzoek in kennis van een beslissing tot uitstel van de behandeling ter zitting.