NJB 2021/1404
Incident tot zekerheidsstelling. Eerdere instanties.Hoge Raad: Zekerheidstelling kan niet worden gevorderd voor onbetaald gebleven proceskosten tot betaling waarvan een partij in eerdere instanties is veroordeeld.
HR 23-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:651
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 april 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/01452
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1181, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2022
ECLI:NL:HR:2021:651, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:55, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Incident tot zekerheidsstelling. Eerdere instanties.Hoge Raad: Zekerheidstelling kan niet worden gevorderd voor onbetaald gebleven proceskosten tot betaling waarvan een partij in eerdere instanties is veroordeeld.
Partij(en)
IPMI, adv. mr. M.W. Scheltema, vs. A, adv. mrs. M. Littooij en M.B.A. Alkema.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding vordert IPMI betaling van ruim € 3 miljoen. De rechtbank heeft de vordering afgewezen. Het hof heeft IPMI niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep omdat IPMI niet tijdig heeft voldaan aan het aan haar opgelegde bevel tot zekerheidstelling voor de proceskosten. IPMI heeft cassatieberoep ingesteld. A heeft een incidentele vordering tot zekerheidstelling ingesteld. Deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.