Einde inhoudsopgave
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
Artikel 62a
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2022, 15 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken: 35547)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-02-2022, Stb. 2022, 98 (uitgifte: 01-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Klacht- en tuchtrecht
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
1.
De leden, plaatsvervangende leden en de secretarissen van een tuchtcollege leggen voorafgaand aan de aanvang van hun werkzaamheden voor het college de eed of belofte af, volgens het formulier zoals dat is vastgesteld in de bijlage bij deze wet.
2.
De voorzitter legt de eed of de belofte af ten overstaan van een plaatsvervangend voorzitter. De overige in het eerste lid bedoelde personen leggen de eed of belofte af ten overstaan van de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter.
3.
Bij een herbenoeming worden de in het eerste lid bedoelde personen niet opnieuw beëdigd.