NJB 2015/1059:Diefstal, art. 310 Sr: voor een veroordeling ter zake van diefstal is onder meer vereist dat de dader zich de feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken. Daarvan in casu sprake nu de verdachte door middel van het gebruik van een valse kopie van een ‘toestemming tot wegvoering’ de in de bewezenverklaring genoemde goederen uit de macht van de rechthebbende heeft gehaald. Dat de verdachte mogelijkerwijs ook ter zake van oplichting had kunnen worden vervolgd, maakt dit niet anders. A-G: afdoen met 80a RO (geen inhoudelijke conclusie)