NJB 2015/1059
Diefstal, art. 310 Sr: voor een veroordeling ter zake van diefstal is onder meer vereist dat de dader zich de feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken. Daarvan in casu sprake nu de verdachte door middel van het gebruik van een valse kopie van een ‘toestemming tot wegvoering’ de in de bewezenverklaring genoemde goederen uit de macht van de rechthebbende heeft gehaald. Dat de verdachte mogelijkerwijs ook ter zake van oplichting had kunnen worden vervolgd, maakt dit niet anders. A-G: afdoen met 80a RO (geen inhoudelijke conclusie)
HR 19-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1251
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 mei 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/04508
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1251, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:604, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2015
- Wetingang
(Sr art. 310)
Essentie
Diefstal, art. 310 Sr: voor een veroordeling ter zake van diefstal is onder meer vereist dat de dader zich de feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken. Daarvan in casu sprake nu de verdachte door middel van het gebruik van een valse kopie van een ‘toestemming tot wegvoering’ de in de bewezenverklaring genoemde goederen uit de macht van de rechthebbende heeft gehaald. Dat de verdachte mogelijkerwijs ook ter zake van oplichting had kunnen worden vervolgd, maakt dit niet anders. A-G: afdoen met 80a RO (geen inhoudelijke conclusie) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.