RVR 2018/71
Bewijswaardering. Is de bewijswaardering door het Hof in dit geval voldoende begrijpelijk? Komen van derden ontvangen voordelen, indien aan de uit art. 6:98 BW voortvloeiende maatstaf is voldaan, ook voor toerekening in aanmerking?
HR 29-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:1027
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 juni 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorf
- Zaaknummer
17/02975
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS672282:1
- Vakgebied(en)
Vastgoedrecht / Koopovereenkomst
Vastgoedrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1027, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:408, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Bewijswaardering. Voordeelstoerekening.
Is de bewijswaardering door het Hof in dit geval voldoende begrijpelijk? Komen van derden ontvangen voordelen, indien aan de uit art. 6:98 BW voortvloeiende maatstaf is voldaan, ook voor toerekening in aanmerking?
Samenvatting
Verkopers hebben een bedrijfspand verkocht aan verweersters in cassatie voor € 360.000. In de overeenkomst is een contractuele boete opgenomen. Daarna hebben verkopers het bedrijfspand nogmaals verkocht aan eiseres in cassatie voor € 395.000 en daarna ook aan haar geleverd. In de koopovereenkomst staat dat eiseres ermee bekend is dat verkopers het bedrijfspand verkocht hebben aan verweersters. Het hof heeft geoordeeld dat eiseres ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.