FED 2013/63
Winstdrainagewetgeving niet in strijd met vrijheid van vestiging
HR 01-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BV1426, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 2013
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Van Loon, Fierstra
- Zaaknummer
11/00675
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
G.Th.K. Meussen
- LJN
BV1426
- JCDI
JCDI:ADS273614:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BV1426, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BV1426, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2011
- Wetingang
Essentie
Winstdrainagewetgeving niet in strijd met vrijheid van vestiging
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 2001.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3. Uitgangspunten in cassatie
3.1.
Belanghebbende fungeerde tot het najaar van 1999 als tophoudstervennootschap van een concern dat zich bezig hield met de fabricage van verpakkingen voor industrie en consument. Zij hield onder meer alle aandelen in de Belgische vennootschap B NV (hierna: B), die op haar beurt alle aandelen hield in de financieringsvennootschap C NV (hierna: het coördinatiecentrum).
3.2.
In oktober 1999 is belanghebbende opgenomen in het Finse D-concern (hierna: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.