Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 4a.31 Inspectie
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2019
- Bronpublicatie:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Inwerkingtreding
15-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Aan boord van vissersvaartuigen met een lengte (L) van meer dan 24 meter worden door of op gezag van de schipper een maal per reis doch ten minste een maal per maand inspecties uitgevoerd om te waarborgen dat:
- a.
accommodatieruimten schoon, aanvaardbaar bewoonbaar, veilig en in een goede staat van onderhoud verkeren;
- b.
voedsel- en watervoorraden toereikend zijn; en
- c.
kombuis, ruimten en uitrusting voor de opslag van voedsel hygiënisch zijn en in een goede staat van onderhoud verkeren.
2.
De bevindingen van deze inspecties en de getroffen maatregelen om eventuele tekortkomingen te verhelpen worden vermeld in het scheepsdagboek.