Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 4a.11 Vloeroppervlak slaapruimten
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2019
- Bronpublicatie:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Inwerkingtreding
15-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Het aantal personen per slaapruimte en het vloeroppervlak per persoon, exclusief de ruimte ingenomen door kooien en kasten, is zodanig dat, rekening houdend met het gebruik van het vaartuig, de vissers aan boord beschikken over voldoende ruimte en comfort.
2.
Aan het gestelde in het eerste lid wordt in ieder geval voldaan indien het vloeroppervlak per persoon in een slaapruimte voor scheepsgezellen of in een gecombineerd slaapruimte voor officieren en scheepsgezellen, de ruimte ingenomen door kooien en kasten niet meegerekend, ten minste bedraagt:
- a.
op schepen met een lengte van 13 tot 19 meter: 0,75 vierkante meter;
- b.
op schepen met een lengte van 19 tot 24 meter: 1 vierkante meter.
3.
In aanvulling op het eerste en tweede lid is op vissersvaartuigen met een lengte (L) van 24 meter of meer maar minder dan 45 meter het vloeroppervlak van slaapruimten, exclusief de ruimte ingenomen door kooien en kasten, per persoon ten minste 1,5 vierkante meter.
4.
In aanvulling op het eerste en tweede lid is op vissersvaartuigen met een lengte (L) van 45 meter of meer het vloeroppervlak van slaapruimten, exclusief de ruimte ingenomen door kooien en kasten, per persoon ten minste 2 vierkante meter.