Einde inhoudsopgave
Algemene Plaatselijke Verordening 2008
Artikel 3.61 Bijzondere gronden voor intrekking
Geldend
Geldend vanaf 27-02-2016
- Redactionele toelichting
Wordt vanaf 18-03-2022 niet meer bijgewerkt. Zie voor de geldende tekst www.officielebekendmakingen.nl.
- Bronpublicatie:
10-02-2016, Gemeenteblad 2016, 22405 (uitgifte: 24-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-02-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2016, Gemeenteblad 2016, 22405 (uitgifte: 24-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemene plaatselijke verordening
De burgemeester kan de vergunning intrekken als:
- a.
het bepaalde in de Wet op de kansspelen wordt overtreden;
- b.
in de speelgelegenheid strafbare feiten plaatsvinden die een bedreiging vormen voor de veiligheid of de orde in of om de speelgelegenheid;
- c.
het bedrijfsplan als bedoeld in artikel 3.56 onvoldoende garanties geeft dat de Wet op de kansspelen niet zal worden overtreden;
- d.
in strijd wordt gehandeld met hetgeen de exploitant in het bedrijfsplan heeft opgenomen;
- e.
de openbare orde of het woon- en leefklimaat door de aanwezigheid van de speelgelegenheid wordt verstoord of benadeeld;
- f.
de exploitant of leidinggevende niet langer voldoet aan de in artikel 3.57, onder a en b gestelde eisen;
- g.
de exploitant of leidinggevende het in artikel 3.59 bepaalde niet of onvoldoende nakomt of
- h.
de exploitant of leidinggevende het toezicht op de naleving van het in dit hoofdstuk bepaalde belemmert of bemoeilijkt.