Einde inhoudsopgave
Algemene Plaatselijke Verordening 2008
Artikel 3.58 Bijzondere weigeringsgronden
Geldend
Geldend vanaf 27-02-2016
- Redactionele toelichting
Wordt vanaf 18-03-2022 niet meer bijgewerkt. Zie voor de geldende tekst www.officielebekendmakingen.nl.
- Bronpublicatie:
10-02-2016, Gemeenteblad 2016, 22405 (uitgifte: 24-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-02-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2016, Gemeenteblad 2016, 22405 (uitgifte: 24-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemene plaatselijke verordening
1.
De burgemeester weigert een vergunning als:
- a.
de speelgelegenheid wordt gevestigd in een woonruimte waarvoor geen vergunning tot woningonttrekking is verleend als bedoeld in artikel 21 Huisvestingswet 2014;
- b.
de speelgelegenheid niet in een gebouw wordt gevestigd of
- c.
de exploitant of de leidinggevende niet voldoet aan de in artikel 3.57 gestelde eisen.
2.
De burgemeester kan een vergunning weigeren als:
- a.
naar zijn oordeel het woon- en leefklimaat in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde of de veiligheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de speelgelegenheid;
- b.
een eerdere vergunning voor de exploitatie van de speelgelegenheid is ingetrokken of de speelgelegenheid met toepassing van artikel 2.10 of artikel 3.62 van deze verordening dan wel van artikel 13b van de Opiumwet is gesloten;
- c.
naar zijn oordeel het bedrijfsplan als bedoeld in artikel 3.56 onvoldoende garanties geeft dat het in de Wet op de kansspelen bepaalde niet zal worden overtreden of
- d.
naar zijn oordeel op grond van andere feiten en omstandigheden onvoldoende aannemelijk is dat het bepaalde in de Wet op de kansspelen niet zal worden overtreden.