RAV 2014/50
Medewerkingsplicht. In hoeverre dient sprake te zijn van schending van de belangen van de verzekeraar voor een succesvol beroep op verval van dekking nadat de verzekerde niet heeft voldaan aan de medewerkingsplicht?
HR 07-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:522
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 maart 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
13/01937
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- JCDI
JCDI:ADS917426:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:522, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2380, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2013
- Wetingang
Art. 7:925 BW
Essentie
Rechtsbijstandverzekering. Medewerkingsplicht. Redelijke belangen verzekeraar.
In hoeverre dient sprake te zijn van schending van de belangen van de verzekeraar voor een succesvol beroep op verval van dekking nadat de verzekerde niet heeft voldaan aan de medewerkingsplicht?
Samenvatting
Eisers hebben in 2009 een huis uit 1900 gekocht waarvan vervolgens tijdens de verbouwing bleek dat de vloer en steunbalken verrot waren. Eisers hebben de verkopers aangesproken wegens non-conformiteit. Verkopers weigerden aansprakelijkheid te erkennen, waarna eisers hun geschil met de verkopers hebben gemeld bij hun rechtsbijstandsverzekeraar SRK (handelend ter uitvoering van de verzekeringsovereenkomst tussen eisers en Aegon). SRK oordeelde dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.