RvdW 2009, 1001
Antilliaanse zaak. Art. 281a RvNA; ambtshalve bevoegdheid niet door grief bestreden fouten te herstellen. Verbod partij-getuige naar Antilliaans recht; art. 6 EVRM; uitleg Dombo-arrest.
HR 11-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI6944
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 september 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
07/11275
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BI6944
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI6944, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI6944, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2009
Essentie
Antilliaanse zaak. Art. 281a RvNA; ambtshalve bevoegdheid niet door grief bestreden fouten te herstellen. Verbod partij-getuige naar Antilliaans recht; art. 6 EVRM; uitleg Dombo-arrest.
Het Gemeenschappelijk Hof was weliswaar bevoegd, maar geenszins verplicht eventuele, niet door een grief bestreden, fouten van de eerste rechter te herstellen. Het hof behoefde zijn beslissing om daartoe niet ambtshalve over te gaan niet nader te motiveren.
Zoals de Hoge Raad heeft overwogen in het arrest van 10 augustus 2001, LJN ZC3655, NJ 2001, 526, strekt het Dombo-arrest van het EHRM (EHRM 27 oktober ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.