V-N 2023/19.6
Verwijzingshof moet onderzoeken of bij schenking gedurende bezitstermijn één of meer ondernemingen werden gedreven
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:647, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/04462
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS699489:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:HR:2023:647, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat per onderneming moet worden beoordeeld of A aan de indirecte bezitseis voldoet. Omdat het hof slechts van belang heeft geacht of B bv één onderneming dreef op het moment van de schenking, is het beroep in cassatie van de staatssecretaris gegrond.
Samenvatting
De moeder van X houdt de aandelen in E bv die op haar beurt 49% van de aandelen houdt in D bv. De overige aandelen in D bv zijn, via F bv, in handen van een neef van X. D bv bezit de aandelen in diverse vennootschappen die hoor- en optiekcentra ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.