Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4:11 [Uitzonderingen op hoorplicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2002
- Bronpublicatie:
24-01-2002, Stb. 2002, 53 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 26523)
- Inwerkingtreding
01-04-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2002, Stb. 2002, 53 jo Stb. 2001, 664 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
24-01-2002, Stb. 2002, 53 jo Stb. 2001, 664 (uitgifte: 12-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Het bestuursorgaan kan toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 achterwege laten voor zover:
- a.
de vereiste spoed zich daartegen verzet;
- b.
de belanghebbende reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan, of
- c.
het met de beschikking beoogde doel slechts kan worden bereikt indien de belanghebbende daarvan niet reeds tevoren in kennis is gesteld.