NJB 2015/1913
Schuldwitwassen, art. 420quater Sr: daarvan is i.c. sprake nu verdachte bij de door haar verworven voorwerpen in die mate is tekortgeschoten in haar onderzoeksplicht dat zij met de voor schuldwitwassen vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld, in aanmerking genomen de omstandigheden waaronder de verdachte profiteerde van de inkomsten van de medeverdachte (haar partner), terwijl zij wist dat de medeverdachte winst heeft behaald uit de verkoop aan personen van voorwerpen voor (het opzetten van) een hennepkwekerij
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3056
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/05703
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3056, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:820, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2015
- Wetingang
(Sr art. 420quater)
Essentie
Schuldwitwassen, art. 420quater Sr: daarvan is i.c. sprake nu verdachte bij de door haar verworven voorwerpen in die mate is tekortgeschoten in haar onderzoeksplicht dat zij met de voor schuldwitwassen vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld, in aanmerking genomen de omstandigheden waaronder de verdachte profiteerde van de inkomsten van de medeverdachte (haar partner), terwijl zij wist dat de medeverdachte winst heeft behaald uit de verkoop aan personen van voorwerpen voor (het opzetten van) een hennepkwekerij
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort gezegd – (subsidiair feit) zich schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen, hierin bestaande dat verdachte telkens geldbedragen en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.