NJB 2017/2093:Studieovereenkomst. Opdracht. Onredelijk bezwarend beding. Aansluiting bij art. 7:411 BW. Een particuliere onderwijsinstelling gebruikt algemene voorwaarden met een annuleringsbeding, inhoudende dat bij tussentijdse opzegging het gehele cursusgeld verschuldigd blijft. Een cursist zegt na drie maanden op. Het hof vernietigt het beding als onredelijk bezwarend en stelt het loon vast waarop de onderwijsinstelling recht heeft. Hoge Raad: Nu het hof de tussen partijen gesloten overeenkomst als een overeenkomst van opdracht in de zin van de wet heeft aangemerkt, hetgeen in cassatie terecht niet wordt bestreden, en de cursist als opdrachtgever ingevolge de wet het recht had de overeenkomst op te zeggen, geeft het oordeel van het hof om aansluiting te zoeken bij art. 7:411 BW (naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon) geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is evenmin onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd