NJB 2017/2093
Studieovereenkomst. Opdracht. Onredelijk bezwarend beding. Aansluiting bij art. 7:411 BW. Een particuliere onderwijsinstelling gebruikt algemene voorwaarden met een annuleringsbeding, inhoudende dat bij tussentijdse opzegging het gehele cursusgeld verschuldigd blijft. Een cursist zegt na drie maanden op. Het hof vernietigt het beding als onredelijk bezwarend en stelt het loon vast waarop de onderwijsinstelling recht heeft. Hoge Raad: Nu het hof de tussen partijen gesloten overeenkomst als een overeenkomst van opdracht in de zin van de wet heeft aangemerkt, hetgeen in cassatie terecht niet wordt bestreden, en de cursist als opdrachtgever ingevolge de wet het recht had de overeenkomst op te zeggen, geeft het oordeel van het hof om aansluiting te zoeken bij art. 7:411 BW (naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon) geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is evenmin onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd
HR 27-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2775
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/03149
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2775, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:889, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑06‑2016
- Wetingang
(art. 6:233, aanhef en onder a, art. 7:400 lid 1, art. 7:408 lid 3, art. 7:411, 7:413 lid 2 BW)
Essentie
Studieovereenkomst. Opdracht. Onredelijk bezwarend beding. Aansluiting bij art. 7:411 BW. Een particuliere onderwijsinstelling gebruikt algemene voorwaarden met een annuleringsbeding, inhoudende dat bij tussentijdse opzegging het gehele cursusgeld verschuldigd blijft. Een cursist zegt na drie maanden op. Het hof vernietigt het beding als onredelijk bezwarend en stelt het loon vast waarop de onderwijsinstelling recht heeft. Hoge Raad: Nu het hof de tussen partijen gesloten overeenkomst als een overeenkomst van opdracht in de zin van de wet heeft aangemerkt, hetgeen in cassatie terecht niet wordt bestreden, en de cursist als opdrachtgever ingevolge de wet het recht had de overeenkomst op te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.