RvdW 2016/395
Benadeelde partij. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 08-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:380
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/01259
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:380, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2705, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2015
Essentie
Benadeelde partij. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 25 november 2014, nummer 23/002285-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: F.H.J. van Gaal, te Wijchen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
Verdachte is bij arrest van 25 november 2014 door het Gerechtshof Amsterdam wegens verduistering, veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van twintig uren, te vervangen door tien dagen hechtenis. Tevens heeft het hof de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, ING Bank NV, toegewezen tot het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.