Gezamenlijke regeling van kwalificerende regelingen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1998. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
08-01-1998, Stcrt. 1998, 22 (uitgifte: 03-02-1998, regelingnummer: IFZ98/88M)
- Inwerkingtreding
05-02-1998, terugwerkend tot: 01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-01-1998, Stcrt. 1998, 22 (uitgifte: 03-02-1998, regelingnummer: IFZ98/88M)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Als regelingen als bedoeld in artikel 35b, derde lid, van de Belastingregeling voor het Koninkrijk worden aangewezen:
- 1.
Voor de Nederlandse Antillen:
- a.
Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling (P.B. 1964 no. 77), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- b.
Landsverordening ter bevordering bedrijfsvestiging en hotelbouw (P.B. 1953 no. 194), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- c.
Landsverordening belastingfaciliteiten industriële ondernemingen (P.B. 1985 no. 146), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- d.
Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965 no. 58), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- e.
Beleid ter uitvoering van vorenbedoelde Landsverordening op de winstbelasting 1940 zoals bedoeld in het Protocol van 29 mei 1992 getekend door de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Ministers van Financiën van de Nederlandse Antillen en Aruba inzake de toepassing van artikel 11 van de Belastingregeling voor het Koninkrijk in samenhang met het Protocol van 12 augustus 1994 getekend namens de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen, alsmede het Protocol van 8 januari 1998, getekend door de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen;
- f.
Nader protocol van 9 januari 1996 behorende bij het voorstel van rijkswet houdende wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk in verband met maatregelen met het oog op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik alsmede in verband met enige technische aanpassingen;
- g.
Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 (P.B. 1956 no. 9) met uitzondering van artikel 23c en met dien verstande dat met betrekking tot de artikelen 79, 80, 81 en 82 de bescherming van de Belastingregeling van het Koninkrijk is voorbehouden aan de natuurlijke personen als bedoeld in artikel II van de Rijkswet van 13 december 1996 houdende wijziging van de Belastingregeling van het Koninkrijk in verband met maatregelen met het oog op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik alsmede in verband met enige technische aanpassingen (Sta. 644), alsmede de Landsverordening op de loonbelasting 1976 (P.B. 1975 no. 254), zoals deze luidden op 1 januari 1998;
- h.
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 met uitzondering van de artikelen 23b en 23c (P.B. 1956 no. 9), en de Landsverordening op de loonbelasting 1976 (P.B. 1975 no. 254) zoals deze luidden op 1 januari 1996;
- i.
Aanschrijving van de Minister van Financiën ingevolge artikel 58, eerste lid, onderdeel a, van de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 (P.B. 1956 no. 9) juncto artikel 22 van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 (P.B. 1975 no. 254) (Belastingheffing van naar de Nederlandse Antillen uitgezonden hooggekwalificeerde werknemers), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- j.
Landsverordening Vrije Zones 1975 (P.B. 1975 no. 211), zoals gewijzigd bij Landsverordening van 19 september 1986 (P.B. 1986 no. 139), zoals deze luidde op 1 januari 1996, met dien verstande dat de bescherming van de Belastingregeling voor het Koninkrijk niet van toepassing is indien een vennootschap welke onder deze Landsverordening kwalificeert zich in enige mate (dat wil zeggen voor 10% of meer) toelegt op financiële dienstverlening;
- k.
Landsverordening op de Scheepsregistratiebelasting 1987 (P.B. 1987 no. 112), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- 2.
Voor Aruba:
- a.
Landsverordening bevordering grondontwikkeling (A.B. 1988 no. GT 8), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- b.
Landsverordening bevordering industrievestiging en hotelbouw (A.B. 1993 no. GT 25), zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- c.
Landsverordening winstbelasting (A.B. 1988 no. GT 47), zoals deze luidde tot 1 januari 1996;
- d.
Beleid ter uitvoering van vorenbedoelde Landsverordening Winstbelasting zoals bedoeld in het Protocol van 29 mei 1992 getekend door de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Ministers van Financiën van de Nederlandse Antillen en Aruba inzake de toepassing van artikel 11 van de Belastingregeling voor het Koninkrijk in samenhang met het Protocol van 12 augustus 1994 getekend namens de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen, waarmee de Minister van Financiën van Aruba heeft ingestemd, alsmede het Protocol van 8 januari 1998, getekend door de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen, waarmee de Minister van Financiën van Aruba heeft ingestemd;
- e.
Nader protocol van 9 januari 1996 behorende bij het voorstel van rijkswet houdende wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk in verband met maatregelen met het oog op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik alsmede in verband met enige technische aanpassingen;
- f.
Aanschrijving van 7 januari 1996 ex artikel 45, eerste lid, sub a, Landsverordening winstbelasting, inzake naar Nederlands recht opgerichte NV's en BV's;
- g.
Ministeriële aanschrijving van 29 december 1982 inzake secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals deze luidde op 1 januari 1996;
- h.
Ministeriële regeling van 25 mei 1993 (A.B. 1993 no. 25) ter uitvoering van artikel 58, eerste lid, letter a, van de Landsverordening inkomstenbelasting (A.B. 1991 no. GT 51) en artikel 22 van de Landsverordening loonbelasting (A.B. 1991 no. GT 63), zoals deze luidden op 1 januari 1996;
- i.
Landsverordening Vrije Zones (A.B. 1988 no. GT 7), zoals deze luidde op 1 januari 1996, met dien verstande dat de bescherming van de Belastingregeling voor het Koninkrijk niet van toepassing is indien een vennootschap welke onder deze Landsverordening kwalificeert zich in enige mate (dat wil zeggen voor 10% of meer) toelegt op financiële dienstverlening.