RvdW 2016/274:Beklag beslag. Nu de wet wat betreft de beklagprocedure niet de mogelijkheid van een last tot teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan een ander dan degene die een klaagschrift strekkende tot teruggave heeft ingediend kent, heeft de rechtbank ten onrechte de teruggave van de desbetreffende inbeslaggenomen goederen aan een ander dan klaagster gelast. De rechtbank had te dezen zodanige last niet mogen geven. Het middel is derhalve terecht voorgesteld. Tot cassatie kan dit evenwel niet leiden. In de beoordeling van het klaagschrift ligt als het oordeel van de rechtbank besloten dat klaagster niet redelijkerwijs als rechthebbende op de onder C genoemde goederen kan worden aangemerkt. Over dit oordeel klaagt het middel niet. Bij vernietiging en terugwijzing heeft klaagster dan ook geen belang, nu de rechtbank o.g.v. dat oordeel het klaagschrift in zoverre ongegrond had dienen te verklaren. De HR verklaart gelet hierop — gezien art. 80a RO — het beroep niet-ontvankelijk.