BNB 2017/122
Vrijheid van vestiging. Inaanmerkingneming persoonlijke situatie en gezinssituatie door werklidstaat naar evenredigheid van het in die staat verworven inkomen
HR 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:848, m.nt. S.C.W. Douma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 2017
- Magistraten
Mrs. Feteris, Koopman, Fierstra, Groeneveld, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
13/03468
- Noot
S.C.W. Douma
- JCDI
JCDI:ADS926509:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Europees belastingrecht / Inbreuk op het gemeenschapsrecht
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:848, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2015
ECLI:NL:HR:2015:1258, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1761, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑07‑2014
- Wetingang
Art. 49 VWEU
Essentie
Vrijheid van vestiging. Inaanmerkingneming persoonlijke situatie en gezinssituatie door werklidstaat naar evenredigheid van het in die staat verworven inkomen
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2015/212c* en HvJ EU, BNB 2017/121c* (X).
HR: Uit de verklaring voor recht en de overwegingen van het Hof van Justitie volgt dat Nederland de aftrek van negatieve inkomsten uit eigen woning niet mag onthouden aan een niet-ingezeten zelfstandige die 60% van zijn totale inkomen in Nederland verwerft, terwijl die niet-ingezeten zelfstandige in de lidstaat waar zijn woning is gelegen geen inkomen ontvangt op grond waarvan hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.