V-N 2021/14.18
Hof heeft hoger beroep van inspecteur ten onrechte ontvankelijk verklaard
HR 19-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:419, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 2021
- Magistraten
Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
20/01835
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS260638:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Premieheffing / Algemeen
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2021
ECLI:NL:HR:2021:419, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof het hoger beroep van de inspecteur, tegen de toekenning van een immateriële schadevergoeding aan X door de rechtbank, niet-ontvankelijk had moeten verklaren. De rechtbank heeft namelijk helemaal geen immateriële schadevergoeding aan X toegekend.
Samenvatting
X woont in Nederland en werkt als Rijnvarende op een binnenschip voor het op Cyprus gevestigde K Ltd. De bevoegde Cypriotische autoriteit heeft een E101-verklaring afgegeven, waarin is verklaard dat gedurende de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 de Cypriotische socialezekerheidswetgeving wordt aangewezen. In zijn IB-aangifte 2010 verzoekt X om vrijstelling van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.