JOW 2021/3
Conservatoir beslag en beklag, internationaal, rechtspersoon, EOB, vertegenwoordiger, raadkamerprocedure
HR 15-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1968
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2020
- Magistraten
Mrs. Van den Brink, Van Strien, Röttgering
- Zaaknummer
19/03850 Br
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1227, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:679, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑02‑2020
- Wetingang
Essentie
Toegang tot de behandeling van het klaagschrift in raadkamer voor de bestuurder als vertegenwoordiger van meerdere klagers (rechtspersonen, inbeslagneming o.g.v. Europees onderzoeksbevel).
Samenvatting
Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat art. 528 Sv, ook als geen sprake is van strafvervolging tegen de rechtspersoon, van toepassing is op de beklagprocedure van art. 552a Sv, wanneer een rechtspersoon als klager dan wel als belanghebbende in een beklagprocedure over de inbeslagneming is betrokken.
Dat betekent dat de rechtbank, ook als de behandeling van het klaagschrift niet in het openbaar plaatsvindt, de in art. 528 Sv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.