NJ 2016/130
Una via beginsel; oplegging bestuurlijke boete na instellen strafvervolging.
HR 06-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2978, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/05809
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153975:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2978, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1474, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
Una via beginsel. De opvatting dat een opgelegde bestuurlijke boete steeds aan een strafvervolging in de weg staat, ook als op het moment waarop de bestuurlijke boete is opgelegd, de strafvervolging reeds is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen, is onjuist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 18 november 2013, nummer 21/003990-11, in de strafzaak tegen: K. Adv. mr. Th.J. Kelder te 's-Gravenhage.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.