AB 2013/30
Opvang. Minderjarigen zonder rechtmatig verblijf. Zorgplicht Staat. Gezinsleven.
HR 12-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX9968, m.nt. K.M. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C. Drion en M.V. Polak
- Zaaknummer
11/01153
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
K.M. de Vries
- LJN
BX9968
- JCDI
JCDI:ADS913105:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Personen- en familierecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BX9968, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BW5328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW5328, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑09‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2011
- Wetingang
IVRK art. 2, 3, 27, 37; EVRM art. 3, 8 (herzien); ESH art. 17, 31; Richtlijn 2003/9; Terugkeerrichtlijn; art. 6:162 BW
Essentie
Opvang. Minderjarigen zonder rechtmatig verblijf. Zorgplicht Staat. Gezinsleven.
Samenvatting
Op de Staat rust een rechtsplicht om te voorzien in de opvang en verzorging van minderjarige kinderen zonder rechtmatig verblijf, indien de ouders hun verantwoordelijkheid voor het welzijn van de kinderen niet of onvoldoende nemen. De keuze van de moeder om niet mee te werken aan terugkeer, die voor de Staat reden vormde om de opvang te beëindigen, mag de kinderen niet worden aangerekend. De rechtsplicht van de Staat vindt, aldus de Hoge Raad, steun in de rechtspraak van het EHRM, de aan de Opvangrichtlijn en Terugkeerrichtlijn ten grondslag liggende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.