Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)
Artikel 54 Uitvoerend directeur
Geldend
Geldend vanaf 13-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 135 (uitgifte: 24-05-2016, regelingnummer: 2016/794)
- Inwerkingtreding
13-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 135 (uitgifte: 24-05-2016, regelingnummer: 2016/794)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De uitvoerend directeur wordt aangesteld als tijdelijk functionaris van Europol op grond van artikel 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.
2.
De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de Raad benoemd uit een shortlist van door de raad van bestuur voorgedragen kandidaten.
De shortlist wordt opgesteld door een selectiecomité dat is opgericht door de raad van bestuur en samengesteld is uit door de lidstaten aangewezen leden en een vertegenwoordiger van de Commissie.
Voor het sluiten van een contract met de uitvoerend directeur wordt Europol vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.
Voordat hij wordt benoemd, kan de door de Raad geselecteerde kandidaat worden verzocht te verschijnen voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement, die vervolgens een niet-bindend advies uitbrengt.
3.
De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vier jaar. Aan het eind van deze termijn stelt de Commissie, samen met de raad van bestuur, een beoordeling op waarin rekening wordt gehouden met:
- a)
een evaluatie van de door de uitvoerend directeur bereikte resultaten, en
- b)
de toekomstige taken en uitdagingen van Europol.
4.
Op basis van een voorstel van de raad van bestuur waarin rekening wordt gehouden met de in lid 3 bedoelde beoordeling, kan de Raad de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal en voor een periode van ten hoogste vier jaar verlengen.
5.
De raad van bestuur stelt het Europees Parlement in kennis van zijn voornemen om de Raad voor te stellen de ambtstermijn van de uitvoerend directeur te verlengen. In de maand die voorafgaat aan de verlenging van zijn of haar ambtstermijn kan de uitvoerend directeur worden gevraagd te verschijnen voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement.
6.
Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, mag aan het eind van de volledige termijn niet deelnemen aan een nieuwe selectieprocedure voor dezelfde post.
7.
De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn functie worden ontheven bij besluit van de Raad op voorstel van de raad van bestuur. Het Europees Parlement wordt van dat besluit in kennis gesteld.
8.
De raad van bestuur neemt zijn besluiten over voorstellen die aan de Raad moeten worden gedaan inzake de benoeming, verlenging van de ambtstermijn of ambtsontheffing van de uitvoerend directeur bij een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.