NJB 2021/3098:Prejudiciële beslissing. Huwelijkse voorwaarden. Openbare orde. Betrokkenheid van Nederland. In Iraanse huwelijkse voorwaarden is een bepaling opgenomen die de aanspraak van de vrouw op de helft van het huwelijkse vermogen van de man bij echtscheiding afhankelijk stelt van (a) of zij de echtscheiding heeft verzocht en (b) of zij schuld heeft aan de echtscheiding. Is dit in strijd met de openbare orde, en zo ja, wat is het gevolg? Hoge Raad: Niet aan de orde is gesteld of de huwelijkse voorwaarden als kennelijk onverenigbaar met de openbare orde zouden moeten worden aangemerkt op grond van ongelijkheid tussen de vrouw en de man. De vraag of de bepaling (op de wel aan de orde gestelde gronden) kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde, dient te worden beantwoord met inachtneming van de feiten en omstandigheden van het concrete geval, in het bijzonder de mate van betrokkenheid van Nederland bij dat geval. Indien de bepaling buiten toepassing blijft op de grond dat zij leidt tot een resultaat dat kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde, heeft dat op zichzelf niet tot gevolg dat de huwelijkse voorwaarden ook voor het overige buiten toepassing blijven.