NJB 2016/2233
Verklaring raadsman medeverdachte als bewijs art. 339 lid 1 Sv: als wettig bewijs in de zin van deze bepaling kan niet worden aangemerkt hetgeen de raadsman van de medeverdachte ter terechtzitting in diens strafzaak heeft medegedeeld omtrent de betrokkenheid van de verdachte bij het strafbaar feit. Dit is niet anders indien de medeverdachte ter terechtzitting in hoger beroep als getuige wordt gehoord en dan geen afstand neemt van hetgeen zijn gemachtigd raadsman in eerste aanleg namens hem heeft gemeld; die uitlating kan evenmin gelden als een voor het bewijs bruikbare verklaring van de (medeverdachte als) getuige. A-G: anders
HR 22-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2649
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05238
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2649, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2016
- Wetingang
(art. 339 Sv)
Essentie
Verklaring raadsman medeverdachte als bewijs art. 339 lid 1 Sv: als wettig bewijs in de zin van deze bepaling kan niet worden aangemerkt hetgeen de raadsman van de medeverdachte ter terechtzitting in diens strafzaak heeft medegedeeld omtrent de betrokkenheid van de verdachte bij het strafbaar feit. Dit is niet anders indien de medeverdachte ter terechtzitting in hoger beroep als getuige wordt gehoord en dan geen afstand neemt van hetgeen zijn gemachtigd raadsman in eerste aanleg namens hem heeft gemeld; die uitlating kan evenmin gelden als een voor het bewijs bruikbare verklaring van de (medeverdachte als) getuige. A-G: anders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.