NJB 2016/2233:Verklaring raadsman medeverdachte als bewijs art. 339 lid 1 Sv: als wettig bewijs in de zin van deze bepaling kan niet worden aangemerkt hetgeen de raadsman van de medeverdachte ter terechtzitting in diens strafzaak heeft medegedeeld omtrent de betrokkenheid van de verdachte bij het strafbaar feit. Dit is niet anders indien de medeverdachte ter terechtzitting in hoger beroep als getuige wordt gehoord en dan geen afstand neemt van hetgeen zijn gemachtigd raadsman in eerste aanleg namens hem heeft gemeld; die uitlating kan evenmin gelden als een voor het bewijs bruikbare verklaring van de (medeverdachte als) getuige. A-G: anders