RI 2020/77
Is gefailleerde bevoegd in rechte op te treden?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
19/00979
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS233052:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1243, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:121, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Faillissement. Procesrecht. Ontvankelijkheid gefailleerde.
Is een gefailleerde bevoegd om in rechte op te treden en kan zijn wederpartij een beroep doen op niet-ontvankelijkheid vanwege de gevolgen van de faillietverklaring?
Samenvatting
Eiser wordt in 2008 in staat van faillissement verklaard. Bij inleidende dagvaarding van 6 december 2013 vordert eiser dat verweerder wordt veroordeeld tot betaling van een geldsom. In februari 2014 wordt het faillissement van eiser beëindigd. Bij vonnis van 13 april 2016 wijst de rechtbank de vorderingen van eiser af. Eiser stelt vervolgens hoger beroep in. In hoger beroep doet verweerder voor het eerst een beroep op niet-ontvankelijkheid ...