NJ 2020/414
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel ontoereikend gemotiveerd.
HR 27-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1680
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/03137
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS240072:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1680, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:751, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2020
- Wetingang
Art. 38v Sv
Essentie
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel ontoereikend gemotiveerd.
Samenvatting
De vrijheidsbeperkende maatregel ingevolge art. 38v lid 1 Sr kan worden opgelegd ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van het — opnieuw — begaan van strafbare feiten. Het oordeel van het hof dat deze vrijheidsbeperkende maatregel inhoudende een contactverbod met het slachtoffer moet worden opgelegd, is niet zonder meer begrijpelijk. Uit ’s hofs overwegingen blijkt immers dat niet is gebleken dat verdachte na 31 januari 2016 — de datum waarop het bewezenverklaarde feit is gepleegd — nog contact heeft gehad met het slachtoffer en dat het hof de maatregel heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.