NJB 2013/447
Wet Bopz. Aantekeningen als bedoeld in art. 37a Wet Bopz. HR: Het oordeel van de rechtbank dat de overgelegde aantekeningen voldoende zijn voor de beoordeling van de ontwikkeling die betrokkene in de desbetreffende periode heeft doorgemaakt, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is voor het overige voorbehouden aan de feitenrechter en toereikend gemotiveerd
HR 08-02-2013, ECLI:NL:PHR:2013:BY7928
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth
- Zaaknummer
12/05395
- LJN
BY7928
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Gezondheidsrecht / Geneeskundige behandeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY7928, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY7928, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑11‑2012
- Wetingang
(Wet Bopz art. 37a)
Essentie
Wet Bopz. Aantekeningen als bedoeld in art. 37a Wet Bopz. HR: Het oordeel van de rechtbank dat de overgelegde aantekeningen voldoende zijn voor de beoordeling van de ontwikkeling die betrokkene in de desbetreffende periode heeft doorgemaakt, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is voor het overige voorbehouden aan de feitenrechter en toereikend gemotiveerd
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. W. Römelingh, vs. de officier van justitie, niet verschenen
Uitspraak
Procesverloop
Op verzoek van de officier van justitie heeft de rechtbank een machtiging tot voortgezet verblijf als bedoeld in art. 15 Wet Bopz verleend tot uiterlijk 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.