Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad
Artikel 48 Comité
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 158 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 2014/56/EU)
- Inwerkingtreding
16-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 158 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 2014/56/EU)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
De Commissie wordt bijgestaan door een comité (hierna ‘het comité’ genoemd). Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1).
2.
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
2 bis.
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
3.
Uiterlijk op 31 december 2010, en vervolgens ten minste om de drie jaar, toetst de Commissie de bepalingen betreffende haar uitvoeringsbevoegdheden en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de werking van deze bevoegdheden. In dit verslag wordt met name onderzocht of het noodzakelijk is dat de Commissie op deze richtlijn wijzigingen voorstelt, teneinde een passende reikwijdte van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden te waarborgen. De conclusie volgens welke een wijziging al dan niet noodzakelijk is, wordt nader gemotiveerd. Indien noodzakelijk gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van de bepalingen die aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden verlenen.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).