V-N 2017/14.2.3:Tijdelijke lage rendementen onvoldoende voor aanpassing box 3-heffing. Proefprocedure

V-N 2017/14.2.3

Tijdelijke lage rendementen onvoldoende voor aanpassing box 3-heffing. Proefprocedure

Documentgegevens:

Rb. Zeeland-West-Brabant 11-01-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:67

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum: 11 januari 2017
Zaaknummer: BRE 16/636
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Brondocumenten: ECLI:NL:RBZWB:2017:67, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 11‑01‑2017
Wetingang: art. 1 EP EVRM; art. 5.1 en 5.3 Wet IB 2001

Essentie

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire rendementsheffing ook voor het jaar 2013 niet in strijd is met art. 1 EP EVRM. Voor het jaar 2013 is namelijk niet komen vast te staan dat het door de wetgever veronderstelde rendement van 4% voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is.

Samenvatting

Aan X wordt een IB-aanslag 2013 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.869, naar een rendementsgrondslag van € 296.745. In 2013 geniet X € 4021 aan rente over zijn bank- en spaartegoeden ter hoogte van € 280.992. De inspecteur legt de aanslag op conform de aangifte. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.