NJB 2012/2424:Toepassing maatstaven voorbedachte raad uit HR 28 februari 2012, LJN BR2342, NJ 2012/518. Voor ‘voorbedachte raad’ is vereist dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. In casu sprake van contra-indicaties hieromtrent nu de verdachte ‘een waas voor ogen zou hebben gehad’