Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 838
Renate Ilsinger tegen Martin Dreschers.
HvJ EG 14-05-2009, ECLI:EU:C:2009:303
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 mei 2009
- Magistraten
P. Jann, M. Ilešič, A. Tizzano, E. Levits, J.-J. Kasel
- Zaaknummer
C-180/06
- Conclusie
A-G V. Trstenjak
- LJN
BI5057
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
EU-recht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2009:303, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑05‑2009
ECLI:EU:C:2008:483, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑09‑2008
- Wetingang
EEX-Verordening (nr. 44/2001) art. 15, lid 1, sub c
Essentie
Renate Ilsinger tegen Martin Dreschers.
Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke zaken. Bevoegdheid inzake door consumenten gesloten overeenkomsten. Recht van consument tot wie misleidende reclame is gericht om schijnbaar gewonnen prijs in rechte op te eisen. Sweepstake. Kwalificatie. Vordering uit overeenkomst als bedoeld in art. 15 lid 1, sub c, EEX-Verordening. Voorwaarden voor toepassing op sweepstake.
De bevoegdheidsregels van de EEX-Verordening moeten in een situatie als die aan de orde in het hoofdgeding, waarin een consument op basis van de wetgeving van de lidstaat op het grondgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft voor de rechterlijke instantie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.