Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo betreffende de vestiging van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution in Nederland
Artikel 26 Slachtoffers
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
15-02-2016, Trb. 2016, 75 (uitgifte: 10-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2016, Trb. 2016, 181 (uitgifte: 28-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Slachtoffers die betrokken zijn bij de procedures in overeenstemming met artikel 22 van wet nr. 05/L-053 genieten de volgende voorrechten, immuniteiten en faciliteiten voor zover benodigd voor hun verschijning voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution, mits het in het tweede lid van dit artikel bedoelde document wordt overgelegd en met inachtneming van de vereiste kennisgevingsprocedure uit hoofde van artikel 33 van dit Verdrag:
- a.
immuniteit van arrestatie en detentie of enige andere vrijheidsbeperking met betrekking tot handelingen of veroordelingen voorafgaand aan hun binnenkomst op het grondgebied van de gastheerstaat;
- b.
immuniteit van inbeslagname van hun persoonlijke bagage, tenzij gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de bagage artikelen bevat waarvan de invoer of uitvoer bij wet verboden is of waarop de quarantainevoorschriften van de gastheerstaat van toepassing zijn;
- c.
immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen gedurende hun verschijning gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen; deze immuniteit blijft ook gelden na hun verschijning voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution;
- d.
onschendbaarheid van alle stukken en documenten in welke vorm dan ook en materiaal met betrekking tot hun deelname aan de procedure voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution;
- e.
vrijstelling van inreisbeperkingen en vreemdelingenregistratie wanneer zij ten behoeve van hun verschijning naar en van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution reizen.
2.
Aan slachtoffers wordt door de griffier een document uitgereikt waaruit hun deelname aan de procedure voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution blijkt en waarin het tijdsbestek van die deelname wordt vermeld. Een dergelijk document wordt voor het verstrijken van de geldigheidsduur ervan ingetrokken indien het slachtoffer niet langer deelneemt aan de procedures voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution, of de aanwezigheid van het slachtoffer op de zetel van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution niet langer vereist is.
3.
De in het eerste lid van dit artikel bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten houden op van toepassing te zijn na een tijdvak van vijftien (15) aaneengesloten dagen na de datum waarop de aanwezigheid van het betrokken slachtoffer niet langer door de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution vereist is, op voorwaarde dat een dergelijk slachtoffer de gelegenheid heeft gehad de gastheerstaat in dat tijdvak te verlaten.
4.
Slachtoffers die onderdaan of permanent ingezetene van de gastheerstaat zijn, genieten geen voorrechten, immuniteiten en faciliteiten, uitgezonderd, voor zover benodigd voor hun verschijning voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution, immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen tijdens hun verschijning voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen; deze immuniteit blijft ook gelden na hun verschijning voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution.
5.
Slachtoffers worden door de gastheerstaat niet aan enige maatregel onderworpen die hun verschijning voor de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution kan beïnvloeden.