Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo betreffende de vestiging van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution in Nederland
Artikel 20 Voorrechten, immuniteiten en faciliteiten van het personeel
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
15-02-2016, Trb. 2016, 75 (uitgifte: 10-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2016, Trb. 2016, 181 (uitgifte: 28-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
De leden van het personeel genieten de voorrechten, immuniteiten en faciliteiten die nodig zijn voor de onafhankelijke uitoefening van hun functie. Zij genieten:
- a)
immuniteit van arrestatie en detentie of enige andere vrijheidsbeperking en van inspectie of inbeslagname van hun persoonlijke bagage;
- b)
immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen in hun officiële hoedanigheid gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen; deze immuniteit blijft ook gelden na beëindiging van hun dienstverband bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution;
- c)
onschendbaarheid van alle officiële stukken en documenten in welke vorm dan ook en materiaal;
- d)
vrijstelling van belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die ter zake van hun dienstverband bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution aan hen worden betaald;
- e)
vrijstelling van de nationale dienstplicht;
- f)
tezamen met de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding, vrijstelling van inreisbeperkingen en vreemdelingenregistratie;
- g)
dezelfde voorrechten met betrekking tot valuta- en wisselfaciliteiten die ook worden toegekend aan functionarissen met vergelijkbare rang van diplomatieke missies die in de gastheerstaat zijn gevestigd;
- h)
tezamen met de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding, dezelfde repatriëringsfaciliteiten als die welke overeenkomstig het Verdrag van Wenen bij internationale crises gelden voor diplomatieke ambtenaren;
- i)
het recht vrij van rechten en belastingen, behoudens betalingen voor verleende diensten, hun meubels en bezittingen in te voeren wanneer zij voor de eerste maal hun functie in de gastheerstaat aanvaarden, en deze meubels en bezittingen vrij van rechten en belastingen weer uit te voeren naar het land van bestemming.
2.
Naast de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten, genieten de leden van het personeel met een rang die vergelijkbaar is met die van diplomatieke ambtenaren, tezamen met de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding en die geen onderdaan of permanent ingezetene zijn van de gastheerstaat dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten die overeenkomstig het Verdrag van Wenen door de gastheerstaat worden toegekend aan diplomatieke ambtenaren van de diplomatieke missies die in de gastheerstaat zijn gevestigd.
3.
Naast de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten genieten de leden van het personeel met een rang die vergelijkbaar is met die van administratief en technisch personeel van diplomatieke missies, tezamen met de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding en die geen onderdaan of permanent ingezetene zijn van de gastheerstaat, dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten die overeenkomstig het Verdrag van Wenen door de gastheerstaat worden toegekend aan leden van het administratief en technisch personeel van diplomatieke missies die in de gastheerstaat zijn gevestigd, met dien verstande dat de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken en de persoonlijke onschendbaarheid zich niet uitstrekken tot handelingen verricht buiten hun officiële taken.
4.
Voor de successie- en schenkingsrechten die worden gebaseerd op het ingezetenschap worden tijdvakken gedurende welke de leden van het personeel voor de uitoefening van hun functie aanwezig zijn in de gastheerstaat, niet aangemerkt als tijdvakken van ingezetenschap.
5.
De gastheerstaat is niet verplicht pensioenuitkeringen of annuïteiten betaald aan voormalige leden van het personeel alsmede aan de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding vrij te stellen van inkomstenbelasting.
6.
De in dit artikel bedoelde personen die onderdaan of permanent ingezetene van de gastheerstaat zijn, genieten uitsluitend de volgende voorrechten, immuniteiten en faciliteiten voor zover benodigd voor de onafhankelijke uitoefening van hun functie:
- a.
immuniteit van arrestatie en detentie of enige andere vrijheidsbeperking;
- b.
immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen bij de uitoefening van hun functie bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen; deze immuniteit blijft ook gelden na beëindiging van hun functie bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution;
- c.
onschendbaarheid van alle stukken en documenten in welke vorm dan ook en materiaal met betrekking tot de uitoefening van hun functie bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution;
- d.
vrijstelling van belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die ter zake van hun dienstverband bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution aan hen worden betaald;
- e.
het recht ten behoeve van de communicatie met de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution in welke vorm dan ook stukken te ontvangen en te verzenden;
- f.
het recht vrij van rechten en belastingen, behoudens betalingen voor verleende diensten, hun meubels en bezittingen in te voeren wanneer zij voor de eerste maal hun functie in de gastheerstaat aanvaarden.
7.
De in het zesde lid van dit artikel bedoelde personen worden door de gastheerstaat niet aan enige maatregel onderworpen die de vrije en onafhankelijke uitoefening van hun functie bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution kan belemmeren.