NJ 2017/145
Gezag over minderjarige en omgang. Deskundigenbericht; recht op inzage in onderliggende bescheiden en gegevens ten behoeve van second opinion?; art. 19 Rv en art. 6 EVRM; maatstaf.
HR 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:599, m.nt. J.B.M. Vranken
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 maart 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
14/03002
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
J.B.M. Vranken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124246:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:599, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2281, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2014
- Wetingang
Essentie
Gezag over minderjarige en omgang. Deskundigenbericht; recht op inzage in onderliggende bescheiden en gegevens ten behoeve van second opinion?; art. 19 Rv en art. 6 EVRM; maatstaf.
Art. 19 Rv bepaalt dat de rechter zijn oordeel ten nadele van een partij niet mag baseren op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten. Dat vloeit ook voort uit art. 6 EVRM. Dit brengt mee dat de desbetreffende partij de gelegenheid moet hebben gehad om effectief commentaar te leveren op een deskundigenbericht dat aan de rechterlijke beslissing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.