Einde inhoudsopgave
Regeling dierlijke producten
Artikel 2.39 Monstername
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
10-12-2014, Stcrt. 2014, 35166 (uitgifte: 29-12-2014, regelingnummer: WJZ/14139630)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2014, Stcrt. 2014, 35166 (uitgifte: 29-12-2014, regelingnummer: WJZ/14139630)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Een ontvanger van boerderijmelk zorgt ervoor dat van elke leverantie boerderijmelk een representatief monster wordt genomen door een ter zake kundig persoon die beschikt over een verklaring van deskundigheid van Stichting COKZ.
2.
Een melkveehouder verleent op verzoek van de ontvanger van boerderijmelk medewerking aan de bemonstering van de boerderijmelk.
3.
Een ontvanger van boerderijmelk neemt ten aanzien van het nemen, transporteren en bewaren van monsters boerderijmelk de volgende bepalingen in acht:
- a.
de monsterneming heeft plaats uit de melkkoeltank waarin de boerderijmelk wordt bewaard. Voor het te nemen monstervolume worden de aanwijzingen van het melkcontrolestation opgevolgd;
- b.
de monsters zijn duidelijk gekenmerkt;
- c.
de naam van de monsternemer, de herkomst van het monster en de datum en het tijdstip van de bemonstering worden ordelijk geregistreerd;
- d.
voorafgaand aan de monsterneming verifieert de monsternemer de tankwacht op het adequaat functioneren van het roerwerk; wanneer het roerwerk niet aantoonbaar goed heeft gefunctioneerd, wordt de melk voorafgaand aan de monsterneming twee minuten geroerd;
- e.
er worden uitsluitend monsterflessen gebruikt die door het melkcontrolestation ter beschikking worden gesteld;
- f.
een monsterfles en de sluiting daarvan, die gebruikt wordt voor de monsterneming uit de melkkoeltank is schoon, droog en inwendig nagenoeg vrij van kweekbare kiemen; na spoelen van de monsterfles met 5 ml gesteriliseerde melk is het kiemgetal van die melk ten hoogste 10 kiemen per ml;
- g.
de lege monsterflessen worden na ontvangst door de ontvanger van boerderijmelk ordelijk bewaard in een speciaal daarvoor bestemde, niet voor onbevoegden toegankelijke, koele, droge en schone ruimte;
- h.
de monsters boerderijmelk worden nadat ze zijn genomen direct gekoeld en bereiken uiterlijk na één uur een temperatuur van ten minste 0,0 °C en ten hoogste 4,0 °C;
- i.
de monsters worden zo snel mogelijk nadat zij zijn genomen geplaatst in een speciaal daarvoor bestemde, niet voor onbevoegden toegankelijke, schone en gekoelde ruimte;
- j.
de monsters boerderijmelk worden bewaard bij een temperatuur van ten minste 0,0 °C en ten hoogste 4,0 °C totdat de monsters in onderzoek worden genomen.