JAR 2015/142
Kantonrechter kijkt door uitzend/payrollconstructie heen. Kort geding. Alleen op papier is het formele en materiële werkgeverschap uit elkaar getrokken, enkel om de keten regeling van art. 7:668a BW te ontlopen. Feitelijk is er niets veranderd. Het uitzend/payroll-bedrijf heeft geen allocatieve functie vervuld bij de werving. De vierde arbeidsovereenkomst is aldus aangegaan voor onbepaalde tijd.
Ktr. Assen (vzr.) 30-04-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:2205
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Assen, voorzieningenrechter)
- Datum
30 april 2015
- Magistraten
Mr. G.J.J. Smits
- Zaaknummer
3974458 \ VV EXPL 15-31
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNNE:2015:2205, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Assen, voorzieningenrechter), 30‑04‑2015
- Wetingang
Art. 7:610, 7:668a, 7:690 BW
Essentie
Na het sluiten van 3 arbeidsovereenkomsten als oproep taxichauffeur van opvolgend 6 maanden, 12 maanden en 18 maanden, werkt de chauffeur verder als payrollmedewerker c.q. uitzendkracht voor Taxi Dorenbos op basis van een schriftelijke “arbeidsovereenkomst fase B” in dienst van Talent4Taxi (T4T). De overeenkomst vermeldt dat deze eindigt de dag voordat fase C van de CAO voor Uitzendkrachten ingaat. In het aanmeldformulier, de bevestiging en de arbeidsovereenkomst worden de termen arbeidsovereenkomst, payrollmedewerker, uitzendkracht en detacheringsovereenkomst door elkaar heen gebruikt.
Na een half jaar krijgt de taxichauffeur te horen dat hij niet meer zal worden ingezet. Hij stelt zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.